3. Dreigingen helpen voorkomen of wegnemen

Politieke inlichtingen

  • De AIVD doet op verzoek van de regering onderzoek naar gebeurtenissen in het buitenland die belangrijk zijn voor de nationale veiligheid van Nederland.
  • In 2023 keek de dienst onder meer naar het effect van het conflict in Gaza op de stabiliteit in het Midden-Oosten.

De AIVD verzamelt en analyseert voor de Nederlandse overheid inlichtingen over gebeurtenissen en onderwerpen in het buitenland, die van belang zijn voor de nationale veiligheid. Dat helpt de Nederlandse regering bij onderhandelingen en het maken van beleid dat Nederland veiliger maakt. Het is belangrijk dat de regering dat op basis van eigen inlichtingen kan doen, onafhankelijk van de informatie van andere landen. Inlichtingenonderzoek kan ook de verborgen agenda’s van andere landen onthullen.

In 2023 onderzocht de AIVD op verzoek van de regering onder meer of het conflict in Gaza gevolgen heeft voor de nationale veiligheid van Nederland. De AIVD keek daarbij naar wat het conflict betekent voor de geopolitieke situatie en de stabiliteit in het Midden-Oosten, en de rol die belangrijke landen in de regio daarbij spelen.

De AIVD onderzocht ook het effect ervan op extremisme in Nederland. Lees meer daarover op pagina 12. De AIVD onderzocht afgelopen jaar ook de veranderende machtsverhoudingen in de wereld. De rol die landen als Rusland en China spelen – zowel economisch, militair als politiek – heeft gevolgen voor de veiligheid van Nederland, de beschikbaarheid van grondstoffen, het functioneren van Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen en de stabiliteit in de wereld. De hoofdstukken over China (pagina 24) en Rusland (pagina 29) gaan daarop dieper in.

Het beroep dat de Nederlandse overheid op de AIVD doet om bij internationale (crisis)situaties in korte tijd nieuwe onderzoeken te beginnen of bestaande uit te breiden, neemt de afgelopen jaren toe.

Het zogeheten ‘verrichten van onderzoek betreffende andere landen’, is één van de zes wettelijke taken van de AIVD. Steeds vaker blijkt dat die taak niet los te zien is van de eerste wettelijke taak van de dienst: het onderzoek naar organisaties en personen die een dreiging vormen voor de nationale veiligheid.

De Geïntegreerde Aanwijzing

Naar welke landen en thema’s de diensten onderzoek doen, wordt vast gesteld door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de minister van Defensie en de minister-president als minister van Algemene Zaken. Dat gebeurt met betrokkenheid van andere departementen. De keuze van de landen en thema’s wordt vastgelegd in de zogehetenGeïntegreerde Aanwijzing Inlichtingen en Veiligheid (GA I&V). De huidige GA I&V geldt voor de periode 2023-2026 en is tot stand gekomen in nauwe samenwerking met de MIVD en de diverse departementen. De GA wordt jaarlijks geëvalueerd en als dat nodig is aangepast op basis van de dreigingen van dat moment. Bij de actualisatie voor 2024 spelen onder meer de dreigingen uit China en de dreiging van ondermijning van de democratische rechtsorde door criminele netwerken een belangrijke rol. De precieze inhoud van de Geïntegreerde Aanwijzing is geheim.

Contraproliferatie

Rusland, Iran, Noord-Korea en Syrië stelden zich in 2023 harder op tegen de internationale controleorganen die nucleaire programma’s en naleving van het Verdrag Chemische Wapens controleren. Bovendien stonden de zogeheten exportcontroleregimes onder druk. Dat zijn samenwerkingsverbanden van landen die de ontwikkeling en verspreiding van massavernietigingswapens proberen te beperken. Beide ontwikkelingen ondermijnen de internationale verdragen over non-proliferatie en zorgen ervoor dat landen nog meer tegenover elkaar komen te staan.

De exportcontroleregimes staan onder meer onder druk omdat deelnemende landen vaker anders denken over welke landen of ontwikkelingen ze als dreigend beschouwen, en welke maatregelen ze moeten nemen. Landen spreken daarom vaker in andere verbanden sancties en controles af. Dat heeft als nadeel dat landen minder eensgezind optreden en vaker in losse ‘blokken’. En landen van zorg blijken desondanks in staat technologie te importeren waarmee ze massavernietigingswapens kunnen (door)ontwikkelen.

Zo stelde onderzoek van de AIVD en de MIVD vast dat Rusland de EU-sancties op de export van dual-use-goederen omzeilde door die binnen te halen via ‘omleidingslanden’, vooral de Verenigde Arabische Emiraten, Turkije en Kazachstan. Dat maakt het moeilijker de export tegen te gaan. In enkele gevallen ging het ook om zogeheten dual-use-goederen uit Nederland (apparatuur, technologie, materialen of programmatuur die zowel voor civiele als militaire doelen kunnen worden gebruikt). De Unit Contraproliferatie (UCP) van de AIVD en de MIVD onderzocht in 2023 verschillende Russische en ook Iraanse verwervingsnetwerken en heeft andere onderdelen van de overheid daarvan op de hoogte gebracht. Nederland heeft daarna, afhankelijk van de casus, diplomatieke, bestuursrechtelijke of strafrechtelijke maatregelen genomen.

De internationale gemeenschap probeert de ontwikkeling van massavernietigings wapens ook te voorkomen door controles in te stellen in de landen die daartoe verdragen hebben getekend. Die controles worden gedaan door onafhankelijke instanties. Zoals het IAEA, dat namens de VN inspecties uitvoert in landen met nucleaire programma’s. En de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW) in Den Haag, die wereldwijd controleert of verdragsstaten de bepalingen van het Verdrag Chemische Wapens invoeren en naleven.

Die instanties kregen in 2023 te maken met een hardere opstelling van landen van zorg. Zo werkte Iran maar moeilijk samen met het IAEA. Iran trok de accreditatie van een groep inspecteurs in, beperkte de toegang tot locaties die het IAEA relevant vond, en maakte data van monitoringsapparatuur niet toegankelijk. In september maakte het IAEA bekend dat het zo niet in staat was te verifiëren dat het nucleaire programma van Iran alleen vreedzame doeleinden dient. Iran heeft ondertussen ook het militaire ruimtevaartprogramma verder ontwikkeld, en zijn ballistische raketcapaciteiten uitgebreid met raketten die het land omschrijft als hypersoon. Zulke technologie kan worden gebruikt voor de ontwikkeling van een raket die kan worden bewapend met een massavernietigingswapen.

Uit de constante stroom aan publicaties en aan Russische bestedingen, blijkt dat Rusland blijft investeren in onderzoek naar chemische strijdmiddelen

In de nucleaire deal met Iran spraken de VN-veiligheidsraad, de Europese Unie en Iran af dat de internationale restricties op het importeren en exporteren van rakettechnologie door Iran zouden aflopen op 18 oktober 2023. Een dag voor het verlopen van de restricties maakte Rusland bekend bij de handel in rakettechnologie met Iran voortaan Russische richtlijnen te volgen, zonder betrokkenheid van de VN-Veiligheidsraad. Als zulke handel daadwerkelijk plaatsvindt, is dat een verdere stap in de militaire samenwerking tussen de beide landen.

Ook Noord-Korea heeft de banden met Rusland aangehaald. Bovendien werkt Noord-Korea niet goed samen met het IAEA. Het land uitte felle kritiek op het atoomagentschap van de VN en beschuldigde dat ervan de spreekbuis van de VS te zijn. In maart publiceerde het land foto’s van (naar eigen zeggen) een nieuw ontwikkelde kernkop, bedoeld voor tactische nucleaire inzet. Noord-Korea presenteerde afgelopen jaar een nieuwe onderzeeër, geschikt om tactische nucleaire wapens te vervoeren. Daarnaast lanceerde het land een intercontinentale ballistische raket die gebruik maakt van vaste brandstof, bedoeld voor strategische kernwapens die de NAVO kunnen bedreigen. Ook bracht Noord-Korea een militaire satelliet in een baan om de aarde.

De AIVD en de MIVD onderzochten ook de militair-biologische capaciteiten en activiteiten van Rusland en China. De ontwikkelingen in de biotechnologie gaan snel. Dat maakt onderzoek naar mogelijke biologische wapenprogramma’s essentieel. De ontwikkeling en het bezit van biologische wapens is een schending van het Biologische en Toxinewapenverdrag. Het onderzoek naar militair-biologische programma’s is echter complex, omdat biologische capaciteiten bij uitstek ook voor vreedzame doelen kunnen worden gebruikt, zoals de ontwikkeling van een vaccin.

De Unit Contraproliferatie onderzocht ook de Russische chemische wapen capaciteiten. Uit de constante stroom aan (wetenschappelijke) publicaties en de Russische bestedingen aan chemische (onderzoeks)faciliteiten, blijkt dat Rusland blijft investeren in onderzoek naar chemische strijdmiddelen. Verder onderzocht de unit Ruslands inzet van middelen voor oproerbeheersing (zoals traangas) in de oorlog tegen Oekraïne. De inzet van chemische stoffen in een oorlog is verboden onder het Verdrag Chemische Wapens.

De UCP onderzocht ook welke bedoelingen en capaciteiten het Syrische regime heeft op het gebied van chemische wapens. Eén van de aandachtspunten daarbij was hoe Syrië omgaat met OPCW-inspecties. Die stagneren door de houding van Syrië, en ook door een toenemende polarisatie tussen lidstaten van het Verdrag Chemische Wapens.

De Unit Contraproliferatie (UCP)

De Unit Contraproliferatie is een gezamenlijke afdeling van de AIVD en de MIVD. De unit onderzoekt of landen die een bedreiging kunnen vormen voor de internationale veiligheid – zogenoemde ‘landen van zorg’ – massavernietigingswapens hebben of ontwikkelen. Onder meer China, Rusland, Iran en Noord-Korea proberen aan westerse technologie en kennis te komen om wapenprogramma’s te beginnen of uit te breiden. De UCP helpt dat voorkomen. 2023 was voor de UCP een jubileumjaar, de unit bestond toen vijftien jaar.

De rol van de AIVD in het stelsel bewaken en beveiligen

  • Kamerleden en bewindspersonen ontvingen in 2023 veel intimiderende berichten en (doods)bedreigingen.
  • De AIVD droeg met inlichtingen bij aan het stelsel dat de bewaking en beveiliging regelt van te beschermen personen en organisaties.

De AIVD is partner in het stelsel bewaken en beveiligen, dat zorgt voor de bewaking en beveiliging van onder meer prominente personen, evenementen, organisaties en hun gebouwen. De AIVD maakt daarvoor risicoanalyses, weerstandsanalyses, dreigingsanalyses en dreigingsinschattingen. Mede op basis daarvan besluiten het Openbaar Ministerie en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) of zulke te beschermen personen, objecten of organisaties (extra) beveiliging nodig hebben om veilig te kunnen functioneren. De dreiging tegen Nederlandse Kamerleden en bewindspersonen was in 2023 opnieuw significant. Het aantal (gemelde) gevallen van ernstige bedreiging en opruiing tegen nationale politici neemt al enkele jaren toe. In 2023 kwam de dreiging vooral van anti-institutionele extremisten en links-extremisten. Kamerleden en bewindspersonen ontvingen veel intimiderende berichten en (doods)bedreigingen. Er hebben zich bovendien gevallen voorgedaan van fysieke intimidatie en het gebruik van geweld. Dat is niet los te zien van de aanhoudende polarisatie in delen van de samenleving en in de politiek. Niet alleen extremisten, ook terroristen en criminele netwerken blijven een dreiging vormen voor prominente personen. De AIVD stelde in 2023 onder meer dreigingsinschattingen en -analyses op voor de Tweede Kamerverkiezingen, voor diplomaten en diplomatieke objecten en voor internationale organisaties en nationale evenementen (Koningsdag, de Nationale Herdenking, Veteranendag en Prinsjesdag).

Er hebben zich gevallen voorgedaan van fysieke intimidatie en het gebruik van geweld

Het stelsel bewaken en beveiligen zal de komende jaren opnieuw worden ingericht, mede na een grondige analyse van de Onderzoeksraad voor Veiligheid. Eén van de wijzigingen is dat het gezag nog meer bij de NCTV wordt geconcentreerd. De NCTV is sindsdien aan een verandertraject begonnen dat het stelsel toekomstbestendiger moet maken. De AIVD neemt deel aan dat traject, dat ook van de dienst extra investeringen vraagt. Ook in het nieuwe stelsel zal de AIVD dreigingsinschattingen en -analyses blijven leveren op basis van inlichtingen, en zo van toegevoegde waarde zijn voor de beveiliging van personen, diensten en objecten in Nederland.

Veiligheidsonderzoeken

  • De vraag naar veiligheids onderzoeken steeg in 2023 met 20 procent, onder meer omdat de burgerluchtvaart en Defensie meer personeel aannamen.
  • De vraag bleek groter dan de beschikbare capaciteit, daarom nam de Unit Veiligheidsonderzoeken maatregelen.

In 2023 rondde de Unit Veiligheidsonderzoeken (UVO) samen met mandaathouders (de Nationale Politie en de Koninklijke Marechaussee) 85.622 veiligheidsonderzoeken af. Een stijging van 20 procent ten opzichte van vorig jaar. De vraag naar onderzoeken steeg omdat het aantal vertrouwensfuncties in Nederland toeneemt. Ook namen de burgerluchtvaart en Defensie meer personeel aan.

Ten minste 90 procent van alle onderzoeken moet worden afgerond binnen een wettelijke termijn van acht weken. De UVO nam in 2023 in 86,6 procent van de gevallen een besluit binnen deze termijn.

De vraag naar veiligheidsonderzoeken was veel groter dan de beschikbare capaciteit. Ook worden onderzoeken complexer omdat mensen vaker langere tijd in het buitenland verblijven. De onderzoeken moeten daarmee rekening houden, dat maakt ze tijdsintensiever.

Om in 2024 weer te voldoen aan de norm, werft de unit meer personeel, heeft het betere afspraken gemaakt met de ‘inzenders’ van veiligheidsonderzoeken over het spreiden van de aanvragen, en worden veiligheidsonderzoeken van de AIVD en MIVD voortaan uniform gedaan, wat meer automatisering mogelijk maakt.

De unit werkt al langer aan de verbetering van de werkprocessen om ook op de lange termijn de toenemende vraag naar veiligheidsonderzoeken aan te kunnen. In 2023 is de elektronische Opgave Persoonlijke Gegevens (eOPG) uitgebreid. Dankzij geautomatiseerde onderdelen en aangepaste processen kan een groot deel van de veiligheidsonderzoeken sneller worden behandeld.

De unit werkt eraan om ook op de lange termijn de toenemende vraag naar veiligheidsonderzoeken aan te kunnen

In het derde kwartaal van 2023 is Defensie aangesloten op automatisch alerteren (AA). Een systeem dat de UVO op de hoogte brengt als er bij een vertrouwens functionaris wijzigingen zijn in het Justitieel Documentatiesysteem, of als er andere informatie is die kan leiden tot intrekken van de verklaring van geen bezwaar (vgb). Met de aansluiting van Defensie is inmiddels 85 procent van alle vertrouwensfunctionarissen aangesloten op AA.

Ten slotte werkte de UVO in 2023 aan een herziening van de Wet veiligheidsonderzoeken (Wvo). Het wetsvoorstel regelt onder meer de instelling van een register voor vertrouwensfunctionarissen, en de komst van een locatiegebonden verklaring van geen bezwaar voor de burgerluchtvaart en de vracht- en toeleveringsketen. De Raad van State bracht in november 2023 advies uit over het wijzigingsvoorstel. Het wetsvoorstel zelf wordt in 2024 aan de Tweede Kamer aangeboden.

Tabel 1: Kengetallen veiligheidsonderzoeken (inclusief mandaathouders
ONDERZOEKEN Positieve besluiten Negatieve besluiten Totaal aantal besluiten
A-niveau door UVO 5.769 25 5.794
B-niveau door UVO 20.371 49 20.420
B-niveau door UVO overgenomen van KMAR 8.547 1.681 10.228
C-niveau door UVO  5.095 11 5.106
Totaal door UVO 39.782 1.766 41.548
B-niveau door de KMAR en nationale politie* 44.074 0** 44.074
Totaal aantal onderzoeken 83.856 1.766 85.622

* Per 1 februari 2023 is, in goed overleg, het mandaathouderschap van de Nationale Politie beëindigd.
** De Nationale Politie en de KMar geven geen negatieve besluiten af. Bij twijfel bij een veiligheids onderzoek op B-niveau dragen ze het onderzoek over aan de UVO. Eventuele negatieve besluiten worden dan meegerekend bij de negatieve besluiten van de AIVD. Dat verklaart de 0 hier

 

Tabel 2: Veiligheidsonderzoeken: afhandeling van bezwaar- en (hoger)beroepsprocedures
Binnengekomen bezwaren Beslissing op bezwaar Beslissing op beroep Beslissing op hoger beroep
Ongegrond - 29 1 1
Gegrond0 - 9 1 0
Niet-ontvankelijk - 13 1 0
Ingetrokken - 6 3 0
Totaal 122 57 6 1

Toelichting bij kengetallen veiligheidsonderzoeken

Van het totale aantal onderzoeken in 2023 zijn 41.548 uitgevoerd door de UVO zelf (19.671 door de AIVD en 21.877 door de MIVD) en 44.074 door de mandaathouders. Afhankelijk van de aard van de vertrouwensfunctie en de mogelijke schade die de (kandidaat-) vertrouwensfunctionaris aan de nationale veiligheid zou kunnen aanrichten, wordt een A-, B- of C-onderzoek ingesteld. Een A-onderzoek is het meest diepgaand en bedoeld voor de meest kwetsbare vertrouwensfuncties.

De Unit Veiligheidsonderzoeken

De UVO is een gezamenlijke unit van de AIVD en de MIVD. De unit doet veiligheidsonderzoeken naar (kandidaat-)vertrouwensfunctionarissen: mensen die door hun werk toegang hebben tot geheime informatie, of in een positie zijn waarin ze de nationale veiligheid kunnen schaden. Bijvoorbeeld bij de Rijksoverheid, Defensie, de burgerluchtvaart en bedrijven die aan vitale processen werken. Bij een positief afgerond onderzoek krijgt de kandidaat een verklaring van geen bezwaar (vgb).