Toespraak minister Remkes op rapport 'De AIVD in verandering'

Inleiding

Geachte voorzitter en leden van de commissie, dames en heren,

Dank dat u als onafhankelijke commissie dit onderzoek heeft willen verrichten en mij van advies hebt gediend.

Ik heb in oktober vorig jaar bewust het initiatief genomen om deze bestuurlijke evaluatie – een sterkte en zwakte analyse – uit te laten voeren. Omdat mij ook een paar zaken al waren opgevallen. De zeer hoog gespannen maatschappelijke verwachtingen.

Misverstanden over mogelijkheden en onmogelijkheden van de AIVD. Knelpunt in capaciteit. Samenwerkings- en sturingsvragen in een ingewikkelde bestuurlijke omgeving. Op grond van dat soort signalen ontstond bij mij de behoefte om een onafhankelijk onderzoek naar de gewenste mogelijkheden en activiteiten van de dienst in de toekomst. De conclusies en aanbevelingen die u voor de toekomst aanreikt, zijn stevig. Daar ga ik vanzelfsprekend mijn voordeel mee doen.

Aanbevelingen

Ik ga graag kort in op enkele van uw aanbevelingen. U geeft aan dat de AIVD alle taken die hij nu verricht in de toekomst dient te blijven verrichten. Dat vind ik een verstandige aanbeveling.

U stelt vervolgens vast dat de sturing van de AIVD fragmentarisch is en onduidelijk. De relevante verwachtingen moeten beter worden geselecteerd en geprioriteerd. Er dient een eenduidige opdracht aan de AIVD te worden gegeven. U beveelt aan een aansturing vanuit één hand. Die van minister BZK. Ik deel dat beeld. Ik ga in overleg met de betrokken collega’s alle prioriteiten vastleggen in een jaarplan. En vaststellen in de MR.

U acht het niet noodzakelijk dat de dienst additionele bijzondere bevoegdheden krijgt, anders dan de al opgenomen in voorgestelde wetswijzigingen. Ik plaats dit in het licht van de brief van het kabinet over terrorismebestrijding van 10 september. Daarin staat dat het kabinet een wetsvoorstel voorbereidt om de toepassingsmogelijkheden van bijzondere opsporingsbevoegdheden te verruimen. Wijziging van de WIV als gevolg daarvan werd daarbij niet uitgesloten. Uw advies om nauwkeuriger te omschrijven op welke wijze de AIVD tot verstoring van acties kan overgaan neem ik over.

Over de samenwerking met partners in veiligheid is uw beeld het volgende. De internationale samenwerking is goed. Maar de nationale samenwerking met de partners in veiligheid (politie, OM en burgemeesters) kan beter. Een belangrijke eerste stap om die samenwerking te versterken is al gezet met de CT-infobox. In ieder geval zullen mijn collega van Defensie en ik de samenwerking tussen AIVD en MIVD intensiveren.

U geeft aan dat het op geschikte momenten delen van informatie een kernfunctie is van de AIVD. De AIVD beschikt over een grote hoeveelheid informatie die relevant is voor anderen. Daar gaat de dienst dus mee aan de slag.

De dienst gaat meer actief in gesprek met de (bestuurlijke) partners over de informatie die de dienst heeft. De dienst moet dus zo veel als mogelijk de boer op. Het is daarbij wel van groot belang dat in de gesprekken ook beter dan nu wordt aangegeven welke producten van de dienst worden verwacht. Ook moet binnen de gehele overheid de beleidsopvolging van de versterkte AIVD informatie verbeteren.

Met u hecht ik eraan dat de controle op de dienst stevig plaatsvindt. Ook bij een grotere dienst moet die controle gewaarborgd zijn. De rechtmatigheid van het handelen van de dienst ligt al in handen van een onafhankelijke Commissie van Toezicht. De vaste kamercommissie van BZK neemt in de regel de openbare parlementaire controle op de dienst voor zijn rekening. De Commissie voor de inlichtingen- en veiligheidsdiensten richt zich op de vertrouwelijke zaken. De wijze waarop de doelmatigheid en het algemene functioneren van de dienst verder wordt beoordeeld, zou in handen kunnen worden gelegd van de Commissie van Toezicht. U pleit dus voor een grotere rol van die commissie. De vraag is hoe dat zich verhoudt tot de taak van de Algemene Rekenkamer. Ik ben hier nog niet helemaal uit. Het gehele stelsel van verantwoording staat ten dienste van de Tweede Kamer. Ik treed op dit punt dan ook graag in gesprek met de Kamer.

U stelt vast dat de uitbreiding van de dienst nadrukkelijk een topprioriteit moet zijn. Het kabinet en, zoals vorige week bleek, ook de Tweede Kamer acht het -met U- noodzakelijk dat de capaciteit en de financiële armslag van de dienst worden vergroot. Primair is deze uitbreiding gericht op terrorisme bestrijding en bewaken en beveiligen. Maar ook om een inhaalslag te maken op de onderwerpen die hebben geleden onder de toenemende aandacht voor terrorisme. Er zal dus in de volle breedte van de dienst worden geïnvesteerd. Daarbij gaat om een stevige personele uitbreiding, met name in de operationele sfeer. En om een onmisbare investering in de informatiehuishouding.

Slot

Ik kan als verantwoordelijk minister worden aangesproken op de aanbevelingen. Ik heb niet voor niets om dit onderzoek gevraagd. Een onderzoek naar de zwakke en sterke kanten van de dienst. Ik sluit af met de sterke kant. Uw commissie constateert dat het niet altijd bekend is dat de AIVD verschillende toonaangevende (geheime) successen heeft gerealiseerd. Uw commissie beveelt aan dat ik meer naar buiten treedt over de successen van de dienst. Welnu:

  • Ik denk aan het feit dat de dienst het ministerie van Economische Zaken in staat stelt om transporten tegen te houden die ontoelaatbare verspreiding van NBC-materiaal tot gevolg zouden hebben.
  • Ik denk aan de tientallen radicale moslims die dankzij ambtsberichten van de AIVD werd opgepakt. Waardoor de voorbereidingen van aanslagen werden verstoord. Bijvoorbeeld die op de Amerikaanse ambassade in Parijs, in september 2001. Maar nog vele malen sindsdien.
  • Ik denk ook aan de het intensiveren van samenwerking in Europa op terrorismeterrein, waaraan de AIVD een forse bijdrage heeft geleverd. Gisteren zijn onder voorzitterschap van hoofd AIVD met alle hoofden van de Veiligheidsdiensten –ook die uit de nieuwe landen van de EU- afspraken gemaakt over de samenwerking tussen de diensten en over de wijze waarop dit samenwerkingsverband wordt verbonden met de EU.

In het kader van de successen wil ik nog eens benadrukken dat in tegen stelling tot wat velen denken de AIVD geen opsporingsdienst is. De dienst is succesvol als aanslagen worden voorkomen. Ook als geen veroordelingen volgen. Belangrijk vind ik ook uw constatering dat de AIVD bij collega-diensten in het buitenland een goede naam heeft.

Hoe veel de dienst ook kan en doet en hoe groot de dienst ook is. Nooit kan 100 procent garantie worden gegeven dat er in Nederland nooit iets gebeurt. Wel moet de dienst een stevige en geloofwaardige bijdrage leveren aan risico vermindering in onze samenleving. Ik sta daarvoor. Tevens stel ik vast dat het vooral de AIVD is geweest die heeft gezorgd voor inzicht in dreigende terroristische gevaren en radicaliseringtendensen.

Ik sluit af met de constatering dat de ontwikkeling van de AIVD een nieuwe fase in gaat. Voor de nationale veiligheid is het belangrijk dat Nederland over een sterke en betrouwbare inlichtingen- en veiligheidsdienst beschikt. Een dienst die toegerust is om aan realistische verwachtingen te voldoen. Niet meer, niet minder.

Uw commissie ziet graag dat de zichtbaarheid van de dienst bij publiek en politiek moet worden vergroot. Uiteraard kent dit zijn grenzen. Er bestaat geen geheime dienst zonder geheimen.

Uw rapport heb ik zojuist aan de Tweede Kamer aangeboden. Op basis van dit rapport zal in de TK en de samenleving een debat volgen over de dienst. Dat draagt bij aan de zichtbaarheid van de dienst. En ontstaat een meer realistische verwachting over de mogelijkheden van de AIVD. Ik benadruk nog hoe uniek het is geweest dat buitenstaanders de AIVD hebben doorgelicht. Ik wil nu met uw rapport stevig aan de slag. Voorwaarts.

Dank u wel.