Aanpak radicale islam vergt brede aanpak
Het tegengaan van de dreiging van de radicale islam vereist de brede inzet van alle bestuursorganen, zowel op internationaal, nationaal als lokaal niveau. Zij moeten daarvoor alle beschikbare instrumenten inzetten, uiteenlopend van het stimuleren van gematigde krachten tot en met het strafrecht wanneer de wet wordt overtreden.
Dat schrijft minister Remkes in de brief aan de Tweede Kamer waarmee hij het AIVD-rapport ‘Van dawa tot jihad, de diverse dreigingen van de radicale islam tegen de democratische rechtsorde’ aanbiedt. Volgens Remkes is het voorkomen, isoleren of indammen van radicalisering een belangrijke manier om terrorisme duurzaam te bestrijden.
Het rapport van de AIVD laat zien dat de radicale islam bestaat uit een veelheid van stromingen, bewegingen en groeperingen. Die beslaan het gehele spectrum van aan de ene kant ‘jihad’ (in de betekenis van de gewapende strijd) tegen het Westen tot aan de andere kant ‘dawa’ (via missionering uitdragen van radicaal-islamitische ideologie). Het AIVD-rapport signaleert dat ook vanuit de meer dawa-georiënteerde vormen van de radicale islam dreigingen tegen de democratische rechtsorde kunnen uitgaan. Die diversiteit maakt dat iedere vorm van radicale islam een aparte tegenstrategie vereist. Het rapport bevat voor alle betrokken instanties bouwstenen waarmee zij op maat gesneden tegenstrategieën kunnen ontwerpen.
Het rapport gaat niet in op de concrete dreiging die uitgaat van radicaal-islamitische groepen of netwerken. Het gaat volgens Remkes om een conceptuele bijdrage zowel aan het onderzoek naar de radicale islam als aan de ontwikkeling en uitvoering van een brede tegenstrategie. Het rapport schetst acht vormen van radicale islam. Die verschillen in de wijze waarop zij al dan niet met geweld hun doelstellingen willen bereiken. Ook de mate waarin zij al dan niet openlijk te werk gaan maakt verschil uit. Verder streven sommige stromingen naar een totaal andere staatsinrichting dan de westerse democratische rechtsstaat, terwijl andere zich richten op een totaal andere wijze van samenleven. Deze laatste vormen gaan veel verder en zijn veel intoleranter: niet alleen moeten er politieke veranderingen komen; het hele leven en de intermenselijke verhoudingen in de samenleving moeten worden ingericht op basis van de sharia. De stromingen die dit nastreven worden in het rapport van de AIVD onder de noemer radicaal-islamitisch puritanisme beschreven. Vooral de dawa-activiteiten van deze stromingen dragen momenteel bij aan de radicalisering van sommige moslimjongeren in Nederland omdat zij prediken dat de Westerse samenleving moreel verderfelijk is en een bedreiging vormt voor de 'zuivere' islam.
Minister Remkes heeft het rapport van de AIVD als beleidsondersteunend document ook toegezonden aan de burgemeesters, de Commissarissen der Koningin, de korpschefs van politie en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding.