Beschikkingen uitgereikt aan drie radicale imams
Minister Verdonk voor Vreemdelingenzaken en Integratie heeft de beschikkingen uitgebracht om de verblijfsvergunning van één in Nederland verblijvende radicale imam in te trekken en diens aanvraag om verlenging af te wijzen.
Met betrekking tot de andere twee imams (waarvan nog één in Nederland verblijft) is besloten de verlengingsaanvraag af te wijzen. De imams zijn tevens tot ongewenst vreemdeling verklaard. De beschikkingen hebben tot gevolg dat betrokkenen niet langer rechtmatig in Nederland verblijven. Indien betrokkenen Nederland niet zelfstandig verlaten, kunnen zij worden uitgezet.
De intrekking van de verblijfsvergunningen door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) is vanwege het feit dat de imams een gevaar vormen voor de openbare orde en/of nationale veiligheid. Op 21 februari jl. werd door minister Verdonk al het voornemen uitgebracht, waarop vervolgens de zienswijze van de advocaat van betrokkenen volgde. In de vandaag uitgereikte beschikkingen wordt uitvoerig ingegaan op de zienswijze, maar deze heeft niet tot een ander oordeel geleid.
Op basis van individuele ambtsberichten van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) wordt geoordeeld dat betrokkenen een gevaar voor de nationale veiligheid vormen. Volgens de AIVD dragen de imams bij aan de radicalisering van moslims in Nederland. Ook hebben de imams het rekruteren voor de jihad binnen hun moskee getolereerd. In de Al Fourkaan moskee wordt door de imams het salafitische gedachtegoed uitgedragen, een sterk tegen de Westerse samenleving gekante stroming binnen de islam.
Volgens het ambtsbericht van de AIVD laten de betreffende imams van de Al Fourkaan moskee duidelijk hun afkeuring blijken over de Westerse samenleving en dragen zij in hun preken gedachten uit over vergaande afzondering en mijding van andersgezinden. Daarmee worden moslims er volgens de AIVD toe aangezet om zich van de Nederlandse samenleving te isoleren. Bovendien kan de afwijzing van ongelovige buitenstaanders leiden tot intolerantie tegenover iedereen die niet de streng puriteinse salafitische geloofsleer aanhangt en tot tendensen om de islamitische wetgeving boven de Nederlandse wetgeving te stellen. Op grond van bovenstaande komt de AIVD tot de conclusie dat de imams willens en wetens bijdragen aan de radicalisering van moslims in Nederland en dat zij mede verantwoordelijk zijn voor het creëren van een voedingsbodem voor de jihad.
Tegen de beschikking van de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie kan binnen een termijn van vier weken bezwaar worden aangetekend. Dit bezwaar mag niet in Nederland worden afgewacht.