Kamerbrief over klacht advocaten over afluisteren
Minister Plasterk (BZK) heeft op verzoek van Kamerlid Van Tongeren (GroenLinks) een afschrift naar de Kamer gestuurd van zijn brief aan advocatenkantoor Prakken d'Oliveira Human Rights Lawyers. In deze brief staat dat de CTIVD de klacht over het direct tappen van advocaten en de procedure daaromtrent ongegrond vindt. Bij het onderscheppen van gesprekken met advocaten via indirect tappen moet de AIVD wel zorgvuldiger te werk gaan.
Het advocatenkantoor Prakken d'Oliveira Human Rights Lawyers diende in april 2014 een klacht in bij de minister omdat de advocaten meenden dat de AIVD ten onrechte gesprekken heeft afgeluisterd die door hen en met hen zijn gevoerd. Ook vinden zij dat de procedure daarvoor niet goed geregeld is. De klagers verzochten de minister daarnaast om de AIVD uit te rusten met een systeem van nummerherkenning waarmee het alleen na toestemming van een rechter mogelijk is om gesprekken met een specifiek nummer af te luisteren.
Onderscheid tussen direct en indirect tappen
Het onderscheppen van telecommunicatie van en met advocaten kan op twee manieren plaatsvinden: direct tappen en indirect tappen. Als de AIVD, omwille van de nationale veiligheid, toestemming van de minister krijgt om een advocaat af te luisteren, dan spreekt men over 'direct tappen'. Als cliënten of anderen worden getapt, waarbij de AIVD ook gesprekken met advocaten onderschept en eventueel uitwerkt, is sprake van 'indirect tappen' van advocaten.
Wiv kent begrip 'verschoningsgerechtigde' niet
Het begrip 'verschoningsgerechtigden', zoals advocaten en artsen die een beroepsgeheim hebben, kent de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 (Wiv 2002) niet. De Wiv sluit niemand uit. De AIVD heeft in 2007 intern wel beleid opgesteld waarin is vastgelegd om zeer terughoudend te zijn met de toepassing van bijzondere bevoegdheden op deze groep,. Daarbij gaat het dus om het direct tappen. Bij zo'n verzoek wordt extra nadrukkelijk bekeken hoe proportioneel en noodzakelijk de inzet van een dergelijk middel is.
Advies over klacht van CTIVD
In de brief aan Prakken d'Oliveira Human Rights Lawyers legt de minister uit dat hij voor zijn reactie advies heeft ingewonnen bij de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD), zoals wettelijk voorgeschreven bij klachten. Deze heeft een aantal mensen over deze klacht gehoord en dossieronderzoek bij de AIVD gedaan.
Klacht van advocaten over procedure en daadwerkelijk toepassen
De klacht van Prakken d'Oliveira is, volgens de CTIVD, in twee onderdelen te splitsen:
- klacht over de waarborgen in de procedure van het tappen van communicatie door en met advocaten;
- klacht over het daadwerkelijk tappen van communicatie door en met advocaten.
Klacht 1: waarborgen in de procedure van het tappen
Direct tappen
De CTIVD stelt dat dat de procedure van de AIVD voor het afluisteren van advocaten voldoende waarborgen geeft. Zij acht de klacht van de advocaten dan ook ongegrond. Vooral omdat in 2007 hiervoor intern beleid op schrift is gesteld. De AIVD is zeer terughoudend met de toepassing van afluisterbevoegdheid jegens verschoningsgerechtigden.
Indirect tappen
Nadat in 2007 over het direct tappen van advocaten beleid op papier is gezet, ziet de CTIVD bij de AIVD ook meer terughoudendheid bij het uitwerken van gesprekken die een getapte cliënt met zijn advocaat voert. De CTIVD vindt dat de AIVD dat als vanzelf goed doet. Zij vindt het echter onbehoorlijk dat over dit indirect tappen nergens beleid schriftelijk is vastgelegd. De commissie beoordeelt dit onderdeel van de klacht daarom als gegrond.
Klacht 2: het daadwerkelijk tappen van communicatie van Prakken d'Oliveira en van derden
Direct tappen
De CTIVD adviseert om de klacht ongegrond te verklaren over het rechtstreeks toepassen van de afluisterbevoegdheid op de advocaten van kantoor Prakken d'Oliveira. Dit kan twee dingen betekenen: de advocaten zijn afgeluisterd en het afluisteren is rechtmatig geweest. Het kan echter ook betekenen dat de advocaten niet zijn afgeluisterd. De Wiv verbiedt om hier explicieter over te zijn, ook richting de klager, omdat dit in beide gevallen zicht kan geven op actueel kennisniveau of de werkwijze van de AIVD.
Indirect tappen
De commissie merkt op dat de AIVD na 2007, parallel aan het direct tappen, veel zorgvuldiger en terughoudender is geworden in het uitwerken van communicatie met advocaten bij het indirect tappen. Toch was het, volgens de commissie, bij een deel van de gesprekken met verschoningsgerechtigden onterecht dat deze zijn uitgewerkt. Dat beoordeelt de CTIVD als onrechtmatig.
De CTIVD acht de klacht gedeeltelijk gegrond omdat een deel van de getapte gesprekken van targets met advocaten verkregen via het indirect tappen, wel terecht zijn uitgewerkt.
De minister volgt het oordeel en advies van de CTIVD.
Geen systeem van nummerherkenning
De minister vindt, mede op basis van het advies van de CTIVD, dat blijkt dat de AIVD terughoudend genoeg is bij het uitwerken van gesprekken met advocaten bij het indirect trappen en ziet daarin geen reden om een speciaal systeem voor nummerherkenning in te stellen.