Transformatie van het jihadisme in Nederland
De indruk kan ontstaan dat de strijd in Syrië die in maart 2011 begon, de oorzaak is voor een wedergeboorte van het jihadisme in Nederland en de rest van Europa. Syrië heeft zeker als aanjager gewerkt en het proces explosief versneld. In de jaren ervoor waren echter al ontwikkelingen gaande die het jihadisme (opnieuw) deden groeien. Dat staat in de publicatie van de AIVD Transformatie van het jihadisme in Nederland; zwermdynamiek en nieuwe slagkracht.
Deze publicatie van de AIVD past binnen de reeks van publicaties die de dienst sinds 2000 heeft uitgebracht over radicalisering en jihadisme.
Onkunde en overheidsoptreden smoorden jihadisme
Na de veroordeling in 2006 van leden van de Hofstadgroep en Samir A, raakte het homegrown jihadisme in een impasse. Er waren nog wel personen die zich als jihadist afficheerden, maar zij raakten geïsoleerd en vonden nauwelijks aansluiting bij internationale netwerken of bij jihadisten in Somalië en Pakistan. Pogingen tot uitreizen naar oorlogsgebieden mislukten meestal. Eigen onkunde, maatregelen vanuit de overheid en weerstand binnen de gemeenschap stonden succes in de weg.
Het jihadisme professionaliseert vanaf 2010
Vanaf 2010 krijgen Nederlandse jihadisten meer en betere contacten met internationale jihadisten. Dat betreffen zowel jihadisten in strijdgebieden als Somalië, Afghanistan en Pakistan als faciliteringsnetwerken. Het lukt de Nederlandse ingezetenen om hun uitreistechnieken te professionaliseren, waardoor de overheid niet goed meer kan reageren. De kennis over uitreizen binnen de netwerken groeit snel. Het jihadistisch internet, het verspreiden van de boodschap via verborgen webfora, speelt daarbij een grote rol.
Activistische tactieken door jihadisten
Jihadistische propaganda wordt sinds 2010 steeds makkelijker toegankelijk. Groeperingen zoals Shariah4Holland, Street Dawa en Shariah4Belgium gebruiken bovendien activistische tactieken, zoals demonstraties en flyer-acties om hun vaak provocatieve boodschap uit te dragen. Dit leidt tot een aanwas van vooral jongeren, die op deze manier hun jihadistische overtuiging kunnen uiten. Het vindt openlijk plaats en wordt daarmee ook breder geaccepteerd.
Propaganda niet meer verticaal, maar door sociale media horizontaal
De opkomst van sociale media geeft dit proces een extra impuls. Diverse losse kleine netwerken komen op deze manier met elkaar in contact. De traditionele verspreiding van jihadistische propaganda vanuit webfora of predikers die grotendeels verticaal eenrichtingsverkeer is (van enkelen naar velen), verandert in een horizontaal onderling verspreiden van propaganda (van velen naar velen).
Boodschappen toegankelijker en makkelijker verspreid
De propaganda is daarnaast professioneler geworden. Filmpjes zijn aantrekkelijk vormgegeven, toespraken welbespraakt waardoor ze erg toegankelijk worden. Websites, zoals De Ware Religie, stimuleren sociale media bij het verspreiden van hun berichtgeving. Het gebruik van sociale media zorgt ook voor snelle mobilisatie van personen, op vergelijkbare wijze als het 'Project-X-feest' in 2012 in Haren.
Het veelvuldiger verspreiden van verhalen over de jihad ook door naasten, als familie, buren, vrienden, maakt de kans groter dat een passieve ontvanger van jihadistische propagandaboodschappen, sneller uitgroeit tot sympathisant of aanhanger.
Salafisme groeit en evolueert
Ook binnen de salafistische geloofsleer hebben nieuwe ontwikkelingen plaatsgevonden. Het salafisme heeft een samenleving tot doel die gebaseerd is op de zuivere islam. Sommige vormen van het salafisme staan op gespannen voet met onze democratische rechtsorde, omdat volgens de aanhangers daarvan veel rechtsprincipes, zoals vrijheid van meningsuiting en gelijkheid voor de wet niet overeenkomen met de regels van de zuivere islam, de sharia. Ook prediken dergelijke salafisten onverdraagzaamheid jegens andersdenkenden.
Er is sprake van groei van het salafisme, nadat rond 2010 de AIVD juist stagnatie zag. Momenteel komen steeds meer moskeeën onder invloed van het salafisme te staan. Rond 2010 waren de grote salafistische moskeeën vanuit welbegrepen eigenbelang gericht op een goede relatie met de Nederlandse overheid en ook de financiers van deze gebedscentra vanuit Arabische golfstaten drongen aan op een gematigde koers. Nu zijn er diverse onafhankelijke predikers actief, die de koers van de grote salafistische centra te gematigd vinden, en een veel radicalere boodschap prediken.
Weerstand in moslimgemeenschap verstomd
In een eerdere publicatie schreef de AIVD dat juist het geweldloze dawa-salafisme een goed alternatief leek te vormen voor jihadisme voor radicale moslims. De laatste jaren is ook het dawa-salafisme steeds meer een kweekvijver gebleken voor jihadisten. Dat komt doordat besturen en imams in moskeeën voorbijgestreefd worden door jonge, onafhankelijke predikers. Deze geven aan jonge kinderen lessen met onverdraagzame geloofsopvattingen. Ook vervlakt het onderscheid tussen dawa en jihadisme.
Jihadisten met zwermdynamiek
In 2005 gebruikte de AIVD de term 'fluïde' om de organisatiestructuur bij de toenmalige jihadistische netwerken te typeren. Jihadisten zochten elkaar op in gelegenheidssamenstellingen. Dat principe heeft zich, onder invloed van internettoepassingen, verder ontwikkeld.
De jihadistische beweging heeft de dynamiek van een zwerm: zij kan zich snel mobiliseren en is minder kwetsbaar voor 'aanvallen' van buiten, zoals arrestaties. Ze vormt één geheel met een decentraal karakter, bestaande uit veel losse delen, die in grote mate zelfsturend zijn. Er zijn hoogstens enkele regisseurs die de informatiestromen levend houden. Het is een gezamenlijke ideologie met gedeelde doelstellingen. Er is sprake van een continue horizontale beïnvloeding, aansturing en bijsturing door vrienden, familie, buurtgenoten, zowel online als offline.
De risico's voor het Westen
Het aantal personen dat daadwerkelijk op jihad is gegaan is vanaf eind 2012 enorm gestegen, tot circa 130. Een deel van hen, ongeveer 30, is teruggekeerd, 14 zijn omgekomen. Enkele honderden personen rekent de AIVD tot aanhangers, een aantal van hen is bereid om de jihadgang te maken. Zij zorgen voor het in stand houden van de propaganda van het jihadistisch gedachtegoed en dragen bij aan verdere radicalisering. Enkele duizenden zijn sympathisant.
De directe dreiging komt van de terugkeerders. Terroristisch geweld door hen is voorstelbaar. Vanuit de haat die hen is gaan vervullen, de trauma's die zij hebben opgelopen, eventuele 'tasking', dus op weg gestuurd met een opdracht, door Al Qaida. En deze dreiging kan zich richten tegen de Nederlandse overheid, de samenleving of tegen specifieke bevolkingsgroepen.
Een sluipende dreiging zit in de radicalisering van moslims in ons land. Dat zij de Nederlandse wetten en regels niet langer erkennen en anderen opleggen om de democratie en het gezag van de overheid niet langer te respecteren. De intimidatie van personen die een tegengeluid laten horen, baart daarom ook grote zorgen.