Naar aanleiding van: 'de nieuwe wet'
In de media is veel aandacht voor de nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv) 2017. Een wet die complex is, waardoor er makkelijk misverstanden over ontstaan. Bijvoorbeeld over het onderzoeken van informatie die via internetkabels loopt.
De manier waarop wij onderzoek doen naar gegevens via deze glasvezelkabels, is vergelijkbaar met de manier waarop wij op straat observeren. Wij weten bijvoorbeeld dat bepaalde personen (targets) in een straat een nog onbekend café bezoeken. Ons doel is om te achterhalen met wie zij allemaal contact hebben. Wij observeren dan eerst de straat om te zien welk café zij binnengaan.
Zo snel mogelijk focussen
Bij het observeren zien wij allerlei passanten voorbijkomen. Ook mensen die niets te maken hebben met de personen die voor ons onderzoek belangrijk zijn. Wij zien die onschuldige mensen wel, maar hoeven verder niet te weten wie ze precies zijn, laat staan wat zij met elkaar bespreken. Dat leidt alleen maar af. Wij moeten ons onderzoek zo snel mogelijk richten op de personen die een daadwerkelijke bedreiging vormen voor de democratische rechtsorde.
Alleen in opdracht van de regering
De AIVD bepaalt niet zelf naar welke dreigingen wij onderzoek doen. Wij mogen alleen onderzoek doen naar onderwerpen die de regering heeft bepaald en die de nationale veiligheid raken. De onderschepping van dataverkeer (interceptie) is dan ook altijd gericht op een specifieke onderzoeksopdracht, bijvoorbeeld jihadistische dreiging uit een bepaald land. Het onderzoeken van internetverkeer via de kabel wordt daarom onderzoeksopdrachtgerichte interceptie genoemd.
Aansluiten bij moderne ontwikkelingen
Met de mogelijkheid om dataverkeer via de kabel te onderzoeken, loopt de AIVD weer in de pas met de hedendaagse technologische ontwikkelingen. Bij het opstellen van de huidige Wiv uit 2002 kon niemand voorspellen dat iedereen tegenwoordig bijna alleen maar communiceert met zijn telefoon en tablet via internettoepassingen zoals chatapps.
Niet-relevante gegevens direct vernietigd
Vergelijkbaar met observatie op straat komen ook bij onderzoeksopdrachtgerichte interceptie (gegevens van internetverkeer van) onschuldige burgers voorbij. Daarbij lezen we niet de inhoud van mails of chats, maar kijken we bijvoorbeeld naar de technische gegevens: wie met wie mailt en waarvandaan. Als duidelijk is dat deze data niet relevant zijn, dan worden deze natuurlijk vernietigd. Dit gebeurt met het overgrote deel van de onderschepte data vrijwel direct.
Nieuwe wet met passende waarborgen
Bevoegdheden zoals de onderzoeksopdrachtgerichte interceptie kunnen ingrijpend zijn; die vragen om verantwoordelijkheid en toezicht. In de nieuwe wet is daarom een extra toetsingscommissie ingesteld. Daarmee voldoet de nieuwe wet aan Europese juridische uitspraken.
Naast de interne afweging of de inzet noodzakelijk is, moet de minister altijd toestemming geven. En dit mag alleen als de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden daarmee akkoord gaat. In de huidige wet ontbreekt dat extra toezicht.
De Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten blijft daarbij de rechtmatigheid controleren.
Ruime meerderheid in Tweede en Eerste Kamer
De nieuwe Wiv kreeg voor de zomer met ruime meerderheid instemming van de Tweede en Eerste Kamer. De wet moet begin 2018 in werking treden.
Meer over de nieuwe wet staat in het dossier Nieuwe Wiv.
In de rubriek ‘Naar aanleiding van’ geeft de AIVD algemene duiding bij gebeurtenissen of berichten in de media die te maken hebben met het werk van de dienst.
Dreigingen, conflicten en aanslagen komen steeds dichterbij. Voelbaar door de aanslagen in Europa, praktisch in onze achtertuin.
Dreigingen zijn complex en stoppen niet bij de landsgrenzen of een virusscanner. We communiceren wereldwijd en doen steeds meer via internet. Dreigingen gaan meer en meer schuil in een stortvloed aan digitale data en zijn daardoor extra moeilijk te herkennen.
Kwaadaardig internetverkeer snelt door dezelfde kilometers glasvezelkabel als dat van ons zonder dat je het merkt en zonder dat de afzender in Nederland hoeft te zijn.
De AIVD en MIVD onderzoeken dreigingen en ontwikkelingen die Nederland en militairen op missie kunnen raken. Zij zoeken informatie die cruciaal is voor hun onderzoeksopdracht.
Dit werk is vastgelegd in de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten die voorschrijft wat de AIVD en MIVD moeten en mogen doen. Maar ook een wet die in de jaren negentig van de vorige eeuw werd gemaakt. Lang voordat er miljarden smartphones en anonieme wifispots waren.
Voor de bestrijding van terrorisme en andere bedreigingen kan de overheid niet stil blijven staan. Daarom is vernieuwing van de wet nodig, met meer bevoegdheden, maar ook met meer toezicht en onafhankelijke controle.
Nu denk je misschien “Wat als ik het verkeerde woord in mijn e-mail gebruik?”, “Gaan ze nu alles van me lezen?” Zo werkt het niet.
De AIVD en MIVD onderzoeken alleen communicatie die samenhangt met hun onderzoeksopdrachten. Deze communicatie wordt primair alleen van de buitenkant bekeken, zoals soort, locatie en afzender. Op zoek naar afwijkingen, zonder de inhoud te lezen. Wat niet nodig is, wordt vernietigd.
De nieuwe wet bevat meer filters: extra waarborgen en meer toezicht.
We moeten weten wat er op ons afkomt, maar bewaken de balans tussen veiligheid, welvaart en privacy.
Een belangrijke inhaalslag en daar gaan we niet laks mee om. Wij staan voor de vrijheid en bescherming van Nederland, een goedgeïnformeerde regering, internationale veiligheid en voor succesvolle militaire operaties in het buitenland.