Extra bescherming voor advocaten en journalisten
Voor het inzetten van bijzondere bevoegdheden zoals afluisteren gelden strenge regels. Die voorwaarden zijn nóg strenger als de AIVD een bijzondere bevoegdheid wil inzetten tegen een advocaat of een journalist.
Waarom worden advocaten en journalisten extra beschermd?
Advocaten en journalisten hebben een bijzondere positie, omdat zij een belangrijke functie hebben in onze rechtsstaat. Grondrechten zoals het recht op een eerlijk proces en de vrijheid van meningsuiting staan onder druk als zij hun beroep niet vrijelijk kunnen uitoefenen. De rechtsstaat, waar wij ons juist vanuit onze taken hard voor maken, blijft alleen goed functioneren als wij deze grondrechten respecteren.
Een eerlijk proces is alleen mogelijk als advocaten vertrouwelijke gesprekken kunnen voeren met hun cliënten, die misschien juridische strijd voeren met de Nederlandse staat. En journalisten moeten de identiteit van hun bronnen geheim kunnen houden. Dat is de enige manier waarop zij hun rol als publieke waakhond en controleur van de macht goed kunnen vervullen. Alleen in uiterste noodzaak zouden deze rechten geschonden mogen worden.
'De rechtbank bepaalt of een dreiging zo ernstig is dat het gerechtvaardigd is om deze bevoegdheid tijdelijk in te zetten tegen een advocaat of journalist.'
Als de inzet van een bijzondere bevoegdheid toch noodzakelijk is
Toch zijn uitzonderlijk dreigende situaties denkbaar waarin het noodzakelijk is dat wij een bijzondere bevoegdheid inzetten tegen een advocaat of journalist. Als wij daarmee zicht krijgen op de inhoud van de vertrouwelijke communicatie, dan gelden extra strenge regels.
Hetzelfde geldt als wij met een bijzondere bevoegdheid een bron van een journalist zouden kunnen achterhalen.
In deze situaties moeten wij de aanvraag voorleggen aan de rechtbank Den Haag. Daarvoor moeten wij eerst de minister toestemming vragen en moet de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB) de aanvraag getoetst hebben.
De rechtbank bepaalt of de dreiging voor de nationale veiligheid zo ernstig is, dat het gerechtvaardigd is dat we onze bijzondere bevoegdheid zelfs ten aanzien van een advocaat of journalist willen inzetten. Bijvoorbeeld bij een terroristische dreiging, de dreiging van een cyberaanval of het lekken van staatsgeheimen. De toestemming van de rechter is in dit geval voor 4 weken geldig en zal daarna vervallen.
Gesprekken mét een advocaat
Het kan natuurlijk ook zijn dat iemand die wij afluisteren tijdens het onderzoek een gesprek voert met zijn of haar advocaat. In dat geval mogen speciaal daartoe aangewezen medewerkers, audiobewerkers, het gesprek beluisteren. Als dit gesprek niet noodzakelijk is voor het onderzoek, wordt het direct vernietigd.
Als de vertrouwelijke informatie wel noodzakelijk is voor het onderzoek, mag deze pas worden gebruikt als we daarvoor toestemming hebben gekregen van de minister, de TIB en de rechtbank Den Haag.
Krijgen wij hiervoor geen toestemming? Dan moeten wij de gegevens alsnog direct vernietigen.
Gegevens over journalisten
Wanneer de AIVD bij de verwerking van informatie stuit op gegevens die betrekking hebben op een journalist, worden deze gegevens in principe niet gedeeld met een buitenlandse collega-dienst.
Dit zou alleen mogen als het verstrekken noodzakelijk is in het kader van de nationale veiligheid. De CTIVD kan daarop toezicht houden.
'De strengere regels gelden niet voor andere beroepsgroepen met een beroepsgeheim, zoals artsen, geestelijken of notarissen.'
Bijzondere bescherming alleen voor advocaten en journalisten
De extra zware regels gelden alleen voor advocaten en journalisten.
Gesprekken met andere beroepsgroepen met een beroepsgeheim, zoals artsen, geestelijken of notarissen zijn meestal ook vertrouwelijk van aard, maar er is wel een cruciaal verschil. Zij vervullen namelijk niet dezelfde maatschappelijke rol in onze democratische rechtsstaat.
Als advocaten niet meer vertrouwelijk kunnen spreken met hun cliënten en journalisten niet meer met bronnen, heeft dat impact op de democratische rechtsstaat. Zeker als de Nederlandse staat een rol speelt bij de rechtsgang.
Andere beroepsgroepen zijn door de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten al voldoende beschermd door de 'gewone' regels voor en waarborgen bij de inzet van bijzondere bevoegdheden. Ook bij hen moeten wij daar goede redenen voor hebben en hebben wij toestemming van de minister nodig. Bovendien wordt die toestemming nog getoetst door de TIB.
Ga terug naar: AIVD en privacy.