Landelijke aanpak radicaal dierenactivisme

De aanpak van dierenrechtenactivisme is gecentraliseerd. Alle meldingen van incidenten en aanslagen worden gecoördineerd en onderzocht door de Nationale Recherche onder leiding van het Landelijk Parket. Op die wijze komt er meer zicht op een eventueel georganiseerd verband tussen de incidenten.

Dit schrijven ministers Donner van Justitie en Remkes van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan de Tweede Kamer als toelichting op de vandaag verschenen criminaliteitsbeeldanalyse en een rapport van de Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst (AIVD) over hetzelfde thema.

De aanpak van deze vorm van radicaal activisme wordt een nationale prioriteit.Tevens is er een 24-uur meldpunt ingesteld bij de nationale recherche waar bedrijven en instellingen, die slachtoffer zijn geworden van gewelddadig activisme, melding kunnen doen van incidenten.

KLPD-rapport

In de laatste jaren wordt Nederland steeds vaker geconfronteerd met illegale en gewelddadige acties gerelateerd aan radicaal dierenrechtenactivisme. Tevens staat vast dat er een verharding optreedt waarbij ook geweld tegen personen niet wordt geschuwd. Ook blijken er in toenemende mate relaties met internationale netwerken, bijvoorbeeld uit het Verenigd Koninkrijk. Deze tendens moet stevig worden aangepakt omdat het veel materiële en immateriële schade oplevert voor de maatschappij en voor de persoonlijke levenssfeer van individuele slachtoffers. Om die reden heeft de Unit terrorismebestrijding en bijzondere taken (UTBT) van het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD), in opdracht van het Landelijk Parket van het openbaar ministerie, een criminaliteitsbeeldanalyse (CBA) opgesteld van het radicaal dierenrechtenactivisme. De AIVD-nota ‘Dierenrechtenactivisme in Nederland, grenzen tussen vreedzaam en vlammend protest’ beschrijft de geschiedenis en ontwikkeling van deze tak van activisme in Nederland. Het is vooral een fenomeenbeschrijving. Deze CBA en de AIVD-nota zijn in hoge mate complementair en onderling op elkaar afgestemd.

Uit de criminaliteitsbeeldanalyse blijkt dat er een toename is van het aantal incidenten. In 2001 betrof het nog 47 acties, twee jaar later is dat toegenomen tot 178. Het gaat dan om incidenten als vernieling, brandstichting, bedreiging/intimidatie en het vrijlaten van dieren uit fokkerijen. Het merendeel van de acties zijn gericht tegen de sector proefdieronderzoek. De analisten constateren een toenemende professionalisering in de acties. Deze vinden vaak plaats in georganiseerd verband en hebben in toenemende mate een relatie met buitenlandse radicale groeperingen. Ook lijken de acties zich te verharden. De exacte schade is niet vast te stellen, maar loopt in de miljoenen euro’s. Het betreft de geleden schade aan bedrijfspanden, derving van inkomsten en hogere verzekeringspremies. Tevens is er veel emotionele schade als gevolg van bedreigingen en intimidaties van personen (en van hun familieleden) die werkzaam zijn in de betreffende bedrijfssectoren.

AIVD-rapport

Het AIVD-rapport ‘Dierenrechtenactivisme in Nederland, grenzen tussen vreedzaam en vlammend protest’ geeft aan dat het dierenrechtenactivisme in Nederland zowel divers als diffuus is. Het wordt vanuit verschillende invalshoeken en motieven bedreven. Uit het rapport blijkt bijvoorbeeld dat dierenrechtenactivisten niet altijd, zoals vaak verondersteld, links georiënteerd zijn, maar ook vanuit extreem-rechtse invalshoek handelen. Een andere categorie is a-politiek. Uit het rapport van de AIVD blijkt eveneens dat het overgrote deel van de activisten zich beperkt tot vreedzame acties en poogt door middel van demonstraties en het uitdelen van pamfletten de politiek en samenleving te attenderen op het dierenleed. Een kleinere groep maakt gebruik van verdergaande acties zoals blokkades, bezettingen en vernielingen om hun boodschap kracht bij te zetten. Een zeer kleine groep is zo extreem gewelddadig, dat sommige activiteiten dicht in de buurt komen van de delictsomschrijving in de Wet terroristische misdrijven. Zij willen tot het uiterste gaan om het lot van dieren gunstig te beïnvloeden.

Deze laatste personen of organisaties hebben de bijzondere aandacht van de AIVD. Immers zij proberen via ondemocratische weg hun doel te bereiken. Door onderzoek tracht de AIVD zicht te krijgen in de aard, ernst en omvang van het fenomeen. De AIVD beoogt door middel van het identificeren en door informatieverschaffing radicale elementen aan te pakken.

Aanpak

De overheid heeft daarom besloten de aanpak van radicaal dierenrechtenactivisme als nationale prioriteit aan te duiden. Alle incidenten worden via de politieregio’s centraal gemeld bij het Nationaal Informatieknooppunt en onderzocht door de Nationale Recherche. Op die wijze komt er een beter zicht op mogelijke relaties tussen verschillende actie’s en de personen die daar bij betrokken zijn. Door een landelijke aanpak wordt de expertise in tactisch en operationeel opzicht gebundeld. Hierdoor kan ook zicht worden gehouden op een meer adequate incidentenbehandeling in de regio’s. Over het sneller treffen van maatregelen en reageren op incidenten zijn de regio’s bovendien aan het begin van dit jaar reeds aangeschreven door het College van procureurs-generaal. Het gaat om een meer uniforme en intensieve aanpak, waarbij alle bedrijven waar een dierenrechtenactie plaatsvindt worden bezocht en op sporen worden onderzocht. Ook dient er meer aandacht te zijn voor de wijze waarop met slachtoffers wordt omgegaan.

Verder hebben de betreffende diensten contact met de branches om informatie uit te wisselen. Zo kan er tevens gewerkt worden aan een sterkere informatiepositie. De Nationale Recherche onderhoudt tevens contacten met de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst om informatie uit te kunnen wisselen over personen en groeperingen. Slachtoffers van genoemde acties kunnen 24 uur per dag rechtstreeks melding doen van incidenten bij de KLPD.