Voorwoord

Op 1 mei 2020, de dag dat ik begon als directeur-generaal van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst, hadden er in Nederland vanwege het coronavirus al 10.854 mensen in het ziekenhuis gelegen. Het virus was voor veel mensen de bepalende gebeurtenis van het jaar. Persoonlijk en in hun werk.

Ook op de AIVD had het impact. Omdat het collega's raakte, omdat digitale spionage en cyberaanvallen toenamen, omdat overheden en bedrijven ons om specifiek beveiligingsadvies vroegen – ten behoeve van coronavaccins bijvoorbeeld – en omdat jihadisten ook ineens thuiszaten vanwege de lockdown of omdat ze niet meer konden reizen.

Ook groeide gedurende het jaar een al sluimerende voedingsbodem voor extremisme. Dat is niet helemaal los te zien van het virus. Een diverse groep Nederlanders voerde op democratische wijze actie tegen de coronamaatregelen van de regering. Daarbij maakten ze onder andere gebruik van hun grondrecht om te demonstreren. Een kleine radicale groep praatte het gebruik van intimidatie, bedreiging en geweld goed, of ging daar zelfs toe over.

In december verstoorde de AIVD twee Russische inlichtingenofficieren in hun spionageactiviteiten. Een van hen had in Nederland een omvangrijk netwerk opgebouwd om gevoelige technische kennis te bemachtigen, de tweede vervulde een ondersteunende rol. 

De AIVD bracht dat in de openbaarheid om Rusland duidelijk te maken dat Nederland zulke activiteiten niet tolereert. En om bedrijven en burgers bewuster te maken van het bestaan van economische spionage. Want voor meer staten die kennis en technologie willen stelen, is Nederland een aantrekkelijk doelwit. 

Bij zulke gebeurtenissen zijn de mannen en vrouwen van de AIVD 'werkende getuigen'. Oud-BVD'er Cees van den Heuvel gebruikte die term ooit, terugblikkend op zijn werk. Zijn uitspraak staat opgetekend in een boek dat nog uitkomt ter gelegenheid van ons 75-jarig bestaan – een lustrum dat we in 2020 uitgebreid hadden willen vieren. 

Het is onze taak om de Nederlandse overheid van onafhankelijke informatie te voorzien over internationale politieke ontwikkelingen en de intenties van landen. En om risico’s en dreigingen tijdig te onderzoeken zodat (overheids)partners of wij zelf daartegen kunnen optreden. 

We gaan daartoe de komende jaren waar mogelijk extra investeren in effectief gebruik van technologie en data. Maar het gaat niet om technologie zonder meer. Het gaat ook om de juiste mensen die zulke technologie en data effectief inzetten – of juist ervoor kiezen die niet in te zetten – op een manier die past bij onze democratische waarden. 

De samenleving mag erop vertrouwen dat we met zulke capaciteiten en zulke mensen ook in de toekomst de nationale veiligheid zullen beschermen, zoals we dat in de afgelopen 75 jaar hebben gedaan. 

Erik Akerboom 
Directeur-generaal
Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst


Ga terug naar de overzichtspagina van het AIVD-jaarverslag 2020.