Jaarverslag AIVD 2002
De dreiging die uitgaat van het radicaal-islamitische terrorisme is aanzienlijk. Ondanks de successen die zijn geboekt in de strijd tegen dit terrorisme zijn Islamistisch-terroristische netwerken nog altijd in staat om overal in de wereld aanslagen te plegen. Daarmee kunnen zij samenlevingen of delen daarvan ontwrichten. Dat staat in het jaarverslag 2002 van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD), dat minister Remkes van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op 29 april 2003 aan de Tweede Kamer heeft aangeboden.
Ook in Nederland zijn radicaal-islamitische netwerken actief. Zij houden zich bezig met ondersteunende activiteiten van financiële materiele en logistieke aard. Ook rekruteren zij jonge moslims voor de jihad, de heilige oorlog tegen de vijanden van de islam. In december 2002 rapporteerde de AIVD al dat enkele tientallen jongeren in Nederland zich in een rekruteringsproces bevinden. Op basis van informatie van de AIVD zijn sinds 11 september 2001 diverse aanhoudingen verricht wegens verdenking van betrokkenheid bij terrorisme. Het beeld van Nederland als gedoogland voor (potentiële) terroristen is volgens de dienst dan ook niet juist.
De aanslag op Pim Fortuyn en de daarop volgende periode van bedreigingen aan het adres van politici en anderen, maakten dat Nederland zijn onschuld verloor. In 2003 zal een nieuw stelstel van bewaking en beveiliging worden ingevoerd, dat moet bijdragen aan de veiligheid in het publieke domein.
De integratie van met name de islamitische gemeenschap in ons land verloopt niet zonder spanningen. De AIVD signaleert als reactie hierop verschillende trends. Zo is er binnen de moslimgemeenschap zelf sprake van een emancipatoire beweging, die soms ook fundamentele kritiek heeft op het gedrag van moslims. Daarnaast is er een beweging in opkomst die de eigen moslimidentiteit benadrukt. Een groepering die hieraan uitdrukking geeft is de AEL. Wanneer sprake is van het inspelen op etnische of religieuze sentimenten kunnen volgens de AIVD aan deze beweging veiligheidsrisico's verbonden zijn.
De proliferatie van massavernietigingswapens is mede door de kwestie Irak en de onthullingen van Noord-Korea over zijn nucleaire programma hoog op de internationale agenda komen te staan. De AIVD constateert dat risicolanden als India, Pakistan, Noord-Korea, Syrië en Iran op dit gebied in toenemende mate samenwerken en onderling informatie uitwisselen. Dit maakt volgens de AIVD internationale samenwerking om de productie van massavernietigingswapens tegen te gaan, steeds meer noodzakelijk.
Op het terrein van het politiek gewelddadig activisme signaleert de AIVD dat sprake is van een opleving van het antimilitarisme als gevolg van de oorlog in Irak. Daarnaast is binnen het dierenrechtenactivisme sprake van een toename van geweld zowel tegen objecten als tegen personen. Doelwit is met name het Biomedical Primate Research Centre (BPRC) te Rijswijk.
Na 11 september 2001 heeft de AIVD extra aandacht besteed aan de beveiliging van vitale sectoren van onze samenleving. Zo is deelgenomen aan het project ter bescherming van de vitale infrastructuur, dat deel uitmaakt van het Actieplan Terrorisme en Veiligheid. Daarnaast zijn adviezen uitgebracht over de beveiliging van de drinkwatervoorziening, de zeescheepvaart, havens en de burgerluchtvaart.