Naar aanleiding van: 'De AIVD beschermt de staatsveiligheid, maar brengt journalisten in gevaar'

NRC publiceerde vandaag een artikel over de samenwerking van de AIVD met journalisten. Om de Nederlandse rechtsorde en democratie te beschermen spreken we als dienst met veel mensen. Dat kan ook met journalisten. Dat gebeurt niet lichtvaardig. 

De AIVD is zich meer dan bewust van de (politiek-) maatschappelijke gevoeligheid van het spreken met journalisten en gaat hier daarom zeer zorgvuldig mee om.

De directeur-generaal van de AIVD moet bijvoorbeeld zelf toestemming geven om met een journalist contacten aan te gaan.

De Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv 2017) bepaalt de kaders waarbinnen de dienst werkt. Die wet geeft (in artikel 39 en 41) de AIVD de bevoegdheid iedereen te vragen om samen te werken.

Dat geldt dus ook voor Nederlandse en buitenlandse journalisten: daar mogen we mee praten, als dat noodzakelijk, subsidiair, proportioneel en zo gericht mogelijk is. 

Openlijk of heimelijk

Het praten met journalisten kan openlijk gebeuren, bijvoorbeeld als een journalist een lezing houdt voor onze analisten.

Als het voor de bescherming van de journalist of de modus operandi en het kennisniveau van de dienst noodzakelijk is, wordt de samenwerking heimelijk.

Daarbij is er een belangrijk onderscheid tussen informanten (op basis van artikel 39 van de Wiv) en agenten (artikel 41). 

Informant of agent

Een journalist kan als informant bevraagd worden omdat hij of zij kennis heeft van zaken die onderzoeken van de dienst raken (op initiatief van de dienst of van de journalist).

Zo kan de AIVD bijvoorbeeld een journalist waarschuwen die in contact staat met een buitenlandse inlichtingenofficier.

Ook kan een journalist zelf aan de dienst melden dat hij of zij benaderd is door een mogelijk inlichtingenofficier. Een informant levert informatie waar hij of zij al over beschikt. 

We hebben ook de mogelijkheid om agenten in te zetten in onze onderzoeken. Agenten zijn mensen die door de AIVD worden geïnstrueerd om gericht op zoek te gaan naar informatie over targets van de dienst.

Zij leveren dus informatie waar zij zonder instructie van de AIVD niet of in mindere mate over zouden beschikken.

Vrijwillig

Samenwerking van informanten en agenten met de dienst is altijd vrijwillig: het staat mensen vrij om 'nee' te zeggen tegen de AIVD.

De AIVD kan en wil mensen niet dwingen om te spreken.

Contact met informanten en agenten is ook altijd vertrouwelijk: de AIVD is moreel en wettelijk verplicht zijn bronnen te beschermen (artikel 23 sub b Wiv 2017).

Die zorgplicht voor de mensen waar de dienst mee spreekt, is absoluut. We houden daar dan ook echt rekening mee.

Meer informatie