Internationale dreigingen en politieke veiligheidsbelangen

De AIVD en de MIVD onderzoeken politieke intenties van andere landen, de stabiliteit in deze landen en regionale en mondiale geopolitieke ontwikkelingen. Want die kunnen, bedoeld of onbedoeld, Nederlandse belangen schaden.

Politieke veiligheidsbelangen

  • Conflicten in andere landen kunnen de nationale veiligheid van Nederland bedreigen. Politieke inlichtingen van de AIVD hielpen de Rijksoverheid in 2021 weloverwogen keuzes te maken. 

Landen en machtsblokken zijn nauw verweven. Conflicten elders kunnen de Nederlandse nationale veiligheid bedreigen, ook als Nederland niet direct betrokken is. Een conflict elders kan bijvoorbeeld de toevoer van producten, grondstoffen of energie aantasten of lamleggen.

Zo is Nederland voor een deel van de gasvoorziening afhankelijk van Russische energieleveranciers. De al langer verstoorde relatie met Rusland wekte in 2021 de vrees dat de gas- en olietoevoer naar Europa in het gedrang kon komen. 

Nederland is lid van de EU en de NAVO en geniet de voordelen daarvan. Met deze lidmaatschappen komen verplichtingen.

Om een weloverwogen beeld te krijgen van ontwikkelingen in verschillende landen en de standpunten van (met name) overheden, moet Nederland daarvan goed op de hoogte zijn. 

Goede inlichtingen bieden de Nederlandse overheid een sterke uitgangspositie bij internationale overleggen, en maakt weerbaarheidsmaatregelen mogelijk ter versterking van onder meer de digitale infrastructuur.

'Conflicten worden tegenwoordig niet alleen met wapens uitgevochten, maar ook met informatie en inlichtingen.'

De politieke inlichtingen van de AIVD dragen bij aan het maken en aanscherpen van beleid van de Rijksoverheid. Tegenwoordig worden conflicten niet alleen met wapens uitgevochten, maar ook met informatie en inlichtingen.

Dat maakt een zelfstandige inlichtingenpositie en zelfstandige analyse van groot belang voor de Nederlandse overheid. 

De AIVD bepaalt niet zelf naar welke landen onderzoek wordt gedaan. De ministers van Buitenlandse Zaken, Justitie en Veiligheid, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Defensie en de minister-president doen dat in de Geïntegreerde Aanwijzing.

Cyberdreiging

  • De Nederlandse overheid, vitale sectoren en bedrijven liepen in 2021 een grotere kans om te worden gehackt door landen met een offensief cyberprogramma.
  • Nederland staat hoog op de lijst van landen waarvan de digitale infrastructuur wordt misbruikt bij cyberaanvallen.
  • De huidige wet beperkte de Nederlandse inlichtingendiensten in snelheid en effectiviteit.
  • Een tijdelijke regeling moet de diensten in 2022 voldoende ruimte geven om effectief op cyberdreigingen te kunnen reageren. 

Nederlandse burgers, bedrijven en overheden stonden in 2021 continu bloot aan het risico van cyberaanvallen door andere landen. China en Rusland lopen daarin voorop, gevolgd door Noord-Korea en Iran.

Die landen hebben grote, offensieve cyberprogramma's die duizenden hackers inzetten om te spioneren, kennis te stelen of sabotage voor te bereiden of te plegen. Door hun capaciteit en doordat ze grenzeloos en zonder restricties optreden, zijn de aanvallers op dit moment in het voordeel.

Statelijke actoren vinden elk jaar meer mogelijkheden om binnen te komen bij slachtoffers - hun aanvalsoppervlak neemt toe. Zo zoeken en vinden actoren niet alleen kwetsbaarheden in de netwerken van doelwitten, maar ook in gebruikte apps of andere toepassingen die aan het internet zijn gekoppeld.

Ook breken actoren in op het computernetwerk van een toeleverancier om uiteindelijk bij hun echte doelwit binnen te komen (een zogeheten supplychain-aanval). In 2021 werd bovendien veel thuisgewerkt. Bedrijven waren hierdoor afhankelijker van software waarmee je op afstand kunt inloggen.

Vergroot afbeelding
Beeld: ©iStockphoto

Een belangrijke waarneming is dat de hackers die voor andere landen werken in 2021 veel gebruikmaakten van onbekende kwetsbaarheden in software - zogeheten zero days - omdat de ontwikkelaar nog nul dagen de tijd heeft gehad om de zwakke plek te verhelpen. Tegen onbekende kwetsbaarheden is beveiliging per definitie ontoereikend.

Hackers maken ook veel gebruik van (soms maar net) bekende kwetsbaarheden.

Daarom is het zo belangrijk dat organisaties beveiligingsupdates uitvoeren zodra die beschikbaar komen.

Als statelijke actoren inbreken op het netwerk van een ministerie, een bedrijf of een kennisinstelling is dat altijd een middel om een doel te bereiken.

Een actueel doel dat sommige landen in 2021 hadden, was kennis vergaren die ze kon helpen bij de bestrijding van covid-19 in eigen land. Europese (overheids)instellingen die zich bezighouden met de preventie en bestrijding van covid-19 waren daarom voor hen aantrekkelijke doelwitten.

Veel cyberaanvallen worden gedaan om te kunnen spioneren, om processen in een ander land te beïnvloeden of om desinformatie te verspreiden.

Zo heeft een actor die waarschijnlijk gelieerd is aan de Iraanse inlichtingendienst in 2021 toegang weten te krijgen tot meerdere netwerken van een internationale organisatie. Het is onbekend of en hoeveel data de Iraanse actor daarbij heeft weten te ontvreemden.

Nederland staat hoog op de lijst van landen waarvan de infrastructuur wordt misbruikt bij cyberaanvallen.

Veel statelijke actoren met een offensief cyberprogramma voeren aanvallen bij voorkeur uit via Nederlandse verbindingen en via in Nederland gehuurde servers. Dat doen ze omdat die servers van goede kwaliteit zijn, en de internetverbindingen snel en betrouwbaar zijn.

Zo onderkende de AIVD in 2021 meerdere, grootschalige Noord-Koreaanse cyberoperaties, die werden uitgevoerd vanaf in Nederland gehuurde of gehackte servers.

Eén van die operaties was gericht tegen westerse cyberbeveiligingsonderzoekers. Het doel was waarschijnlijk inzicht te krijgen in hoeveel die onderzoekers wisten van de cybercapaciteiten en -activiteiten van Noord-Korea.

Statelijke actoren probeerden ook in 2021 unieke Nederlandse kennis en innovaties te stelen. Onder andere door (te proberen) op netwerken van bedrijven en kennisinstellingen in te breken.

Dat doen ze om een economisch voordeel te halen op andere landen. Het doel is zelden Nederland rechtstreeks te benadelen, maar dat kan wel het effect zijn. Lees meer over dit onderwerp op deze pagina onder de kopjes politieke spionage en economische veiligheid. 

'Er is internationaal een digitale wapenwedloop gaande en er komen steeds nieuwe technieken bij die grote ontregeling mogelijk maken.'

Sabotage is potentieel het grootste digitale risico voor de Nederlandse samenleving. Er is internationaal een digitale wapenwedloop gaande en er komen steeds nieuwe technieken die grote ontregeling in andere landen mogelijk maken - denk aan het uitschakelen van energiecentrales, watertoevoer of financiële systemen. 

De kans dat zulke middelen worden ingezet is klein - de meeste landen zullen zo'n aanval opvatten als een oorlogshandeling. Maar als het gebeurt, zijn de gevolgen ingrijpend.

Digitale sabotage in één land, kan ook in andere landen onbedoeld schade aanrichten. Dat is bijvoorbeeld gebeurd na een cyberaanval op Oekraïne in 2017. Ook de Maersk-terminal in de Rotterdamse haven werd daarbij stilgelegd. 

De AIVD zag dat sommige ransomware-aanvallen in 2021 zulke maatschappelijke gevolgen hadden, dat ze een bedreiging zijn voor de nationale veiligheid, al worden ze doorgaans uitgevoerd door criminelen en niet door statelijke actoren. 

Afgelopen jaar werd onder meer de Amerikaanse brandstofleverancier Colonial Pipeline getroffen door een ransomware-aanval. En ook Nederlandse kennisinstellingen (zoals de Universiteit van Amsterdam) en bedrijven (VDL Nedcar).

Om cyberdreigingen tegen te gaan, is samenwerking cruciaal. De AIVD, MIVD, NCSC, Politie en OM versterkten hun samenwerking op cybergebied twee jaar geleden met de oprichting van de cyber intel/info cel (CIIC). Sinds een jaar delen de organisaties ook een locatie, waar vertegenwoordigers fysiek bij elkaar zijn gebracht.

Dat heeft het voordeel dat de samenwerkende partijen sneller en beter gecoördineerd kunnen reageren bij cyberincidenten en -dreigingen. Politie- en inlichtingenonderzoeken kunnen beter op elkaar worden afgestemd en de overheid kan eenduidiger communiceren over cyberdreigingen. 

Dat zorgde voor doeltreffende informatie-uitwisseling tussen de deelnemende organisaties. Ruim tweehonderd digitale veiligheidsincidenten bij de overheid en in vitale sectoren konden beter worden geduid.

Voor alle cyberdreigingen geldt dat de AIVD effectief kan reageren op een aanval, als hij snel kan reageren. Tegenstanders in het cyberdomein worden namelijk ook steeds sneller, en geavanceerder en moeilijker te onderkennen.

Bij aanvallen wisselen statelijke actoren vaak en veel van infrastructuur om te verhullen waar de aanval vandaan komt. De AIVD moet om toestemming vragen om hackers op die nieuwe infrastructuur te volgen. 

Dat kan tijdsintensief zijn omdat zo'n verzoek grondig moet worden onderbouwd. Kwaadwillende hackers kunnen uit beeld verdwijnen als de AIVD niet tijdig genoeg toestemming krijgt om ook via nieuwe infrastructuur het spoor te kunnen volgen tot de bron. 

Soms moeten diensten een actor kunnen volgen op openbare en/of commerciële infrastructuur. Daarop kunnen ook (veel) andere gebruikers actief zijn. Vaak is het vanwege technische of operationele redenen niet mogelijk handelingen op die systemen uit te voeren. 

In die gevallen kan het noodzakelijk zijn om bij de betreffende partij bulkgegevens te verwerven (hoe de inlichtingendiensten grote gegevensbestanden verwerken is geregeld in de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017.

De huidige Wet op de inlichtingen en veiligheidsdiensten beperkte de diensten in zulke situaties in 2021 in de snelheid en effectiviteit die nodig waren om cyberaanvallen te kunnen volgen en bevoegdheden in te zetten. 

Om dat op korte termijn te herstellen, is in 2021 gewerkt aan een tijdelijke regeling die de diensten meer snelheid geeft in het cyberdomein, zodat ze assertiever kunnen reageren op aanvallen. 

Dat gaat gepaard met bindend toezicht in real time, passend bij het dynamische karakter van de cyberpraktijk. De tijdelijke wet is in april 2022 in internetconsultatie gebracht.

Podcast over cyberdreiging

Meer weten? Luister naar het tweede seizoen van onze podcastserie De Dienst en hoor van onder andere een bewerker, analist en cryptoloog wat zij doen om Nederland tegen cyberaanvallen te beschermen. 

Spionage en heimelijke beïnvloeding

  • Diverse landen probeerden afgelopen jaar door spionage in Nederland technische en wetenschappelijke kennis te vergaren. 
  • Ook probeerden landen heimelijk westerse samenwerkingsverbanden zoals de EU en NAVO uiteen te drijven.
  • Landen met een grote diaspora spioneren om hun (voormalige) burgers in Nederland in de gaten te houden.
  • De noodzaak van spoedige spionagewetgeving werd in 2021 weer onderstreept.

De AIVD spreekt van spionage als heimelijk en/of onrechtmatig informatie of objecten worden verkregen door een ander land of in opdracht van een ander land. 

Spionage raakt iedere Nederlander. Als door spionage innovatieve kennis en technologie verdwijnen, tast dat het Nederlandse verdienmodel aan. Het bedreigt de economische veiligheid van Nederlandse en dus de nationale veiligheid.

'Spionage heeft vaak als doel de eigen economie, krijgsmacht en diplomatie te versterken.'

De dreiging van spionage was in 2021 onverminderd groot. Diverse statelijke actoren hebben mogelijk de intentie om de Nederlandse nationale veiligheid schade toe te brengen en zijn ertoe in staat. 

Daarvoor gebruiken ze onder meer spionage (digitaal en via menselijke bronnen), heimelijke beïnvloeding en desinformatie. Naast de grootmachten China en Rusland houden ook landen als Iran en Turkije zich bezig met (cyber)spionage.

Spionage heeft vaak als doel de eigen economie, krijgsmacht en diplomatie te versterken. Landen handelen dus in hun eigen belang. Dat Nederland hierdoor schade lijdt, is vaak een onbedoeld effect. 

De verkregen informatie kan ook worden gebruikt om dissidenten en de diaspora in Nederland in de gaten te houden of onder druk te zetten.

Met name China probeert technologische en andere wetenschappelijke kennis te vergaren. Veelal door digitale aanvallen, maar ook via studenten en wetenschappers die aan Nederlandse kennisinstituten studeren of onderzoek doen. China gebruikt bijvoorbeeld (studie-)beurzen om bij hen verplichtingen te scheppen. 

Dit wil niet zeggen dat alle studenten en wetenschappers de intentie hebben of doelbewust naar Nederland zijn gestuurd om te spioneren.

De AIVD heeft vastgesteld dat China (ook) in 2021 interesse had in communicatie-, ruimte- en maritieme technologie. De afgelopen jaren heeft China op diverse manieren geprobeerd zulke technologie te verwerven. Onder meer door digitale spionage, het omzeilen van exportrestricties, academische samenwerking, ongewenste kennisoverdracht en insider threat.

Vergroot afbeelding
Beeld: ©iStockphoto

Hoogtechnologische kennis kan ook weglekken via investeringen en overnames van bedrijven.

Dit is geen spionage, maar kan de Nederlandse economie wel schade toebrengen. Hierop wordt verder ingegaanonder het kopje economische veiligheid.

Naast China probeert ook Rusland via spionage (digitaal en via menselijke bronnen) technologische kennis weg te halen. Toch lijkt het zwaartepunt voor Rusland te liggen op het verzamelen van politieke informatie.

Het heimelijk verzamelen van politieke informatie geeft landen een voorsprong in onderhandelingen en helpt hen bij het bepalen van hun beleid. Verder zijn politieke inlichtingen van belang bij heimelijke beïnvloeding. 

De AIVD werkt meer en meer samen met andere Europese inlichtingen- en veiligheidsdiensten om spionage te voorkomen. Samenwerkende diensten wisselen gegevens uit over onderkende inlichtingenofficieren en er vindt afstemming plaats over het uitzetten van spionnen. 

Momenteel is een wetsvoorstel in voorbereiding (dat was tot eind april in consultatiefase) dat ervoor moet zorgen dat de strafbaarheid van spionagehandelingen wordt verruimd. Als dit wet wordt, geeft het meer mogelijkheden tot handelen als spionage wordt vastgesteld.

Heimelijke beïnvloeding

Als landen proberen het Nederlandse politieke en sociale systeem onopgemerkt te beïnvloeden, spreken we van heimelijke beïnvloeding. 

Een land kan bijvoorbeeld proberen het publieke debat te beïnvloeden door tegenstellingen in de maatschappij verder aan te wakkeren. 

'Het vertrouwen in de overheid en instituties nam af. Hierdoor nemen de kansen voor andere landen toe om zich te mengen in de politiek of het maatschappelijk leven.'

Daarnaast proberen landen heimelijk aan politieke invloed te winnen of westerse samenwerkingsverbanden zoals EU en NAVO uiteen te drijven. 

Een ander doel van statelijke actoren is het naar eigen voordeel keren van buitenlandse beeld- en besluitvorming ten aanzien van zichzelf of ten aanzien van voor hen belangrijke kwesties.

Pogingen kunnen zowel in het online- als in het fysieke domein plaatsvinden, via (sociale) media of het politiek-bestuurlijk bestel.

De AIVD heeft geen gerichte strategie waargenomen om de uitkomst van de Tweede Kamerverkiezingen van maart 2021 heimelijk te beïnvloeden. Het kiesstelsel en de wijze van machtsvorming in Nederland bieden hiertoe maar beperkt kansen.

Toch is de AIVD zich ervan bewust dat waakzaamheid geboden is. Nederland is mede door de coronacrisis veranderd.

Het vertrouwen in overheid en instituties nam in 2021 af. Hierdoor zijn de kansen voor andere landen aanzienlijk groter geworden om zich te mengen in de Nederlandse politiek of het maatschappelijk leven.

Desinformatie

Heimelijke beïnvloeding kan online plaatsvinden door het verspreiden van desinformatie.

Desinformatie was in 2021 een beperkte dreiging voor Nederland. Er zijn weinig voorbeelden van Nederlandstalige desinformatie uit Rusland. In een aantal grotere Europese landen was wel sprake van aanzienlijke beïnvloedingsactiviteiten door Rusland.

In 2021 vond een gesprek plaats tussen de Vaste commissie voor Buitenlandse Zaken van de Tweede Kamer en een Russische prankster die zich uitgaf voor een staflid van de Russische oppositieleider Aleksey Navalny. Dat gesprek werd op YouTube gepubliceerd.

Bij eerdere activiteiten van deze prankster waren verschillende Russische overheidsinstanties betrokken. De AIVD acht het mogelijk dat diezelfde overheidsinstanties ook betrokken waren bij het gesprek met de Tweede Kamerleden.

Desinformatie is iets anders dan publieke diplomatie of propaganda. Het uiten en verspreiden van propaganda gebeurt niet heimelijk. Landen dragen openlijk hun normen, waarden of ideologie uit. Die zijn niet altijd in lijn met westerse ideeën. 

De AIVD heeft als taak heimelijke activiteiten bloot te leggen en tegen te gaan. 

Diaspora

Met name landen met een grote diaspora in Nederland verrichten hier inlichtingenactiviteiten om zicht en grip te krijgen op hun diaspora.

Deze activiteiten kunnen erop gericht zijn om de relatie met de diaspora te verbeteren zodat deze hun belangen in het buitenland kan bevorderen. In ruil voor medewerking kunnen mensen beloond worden, bijvoorbeeld door hulp bij administratieve zaken of een uitnodiging voor een viering op de ambassade.

Inlichtingenactiviteiten kunnen er ook op gericht zijn (vermeende) tegenstanders van regimes in kaart te brengen om kritische geluiden over het regime te smoren. Zo worden inlichtingen over deelnemers aan demonstraties verzameld.

Informatie over vermeende opposanten van een regime kan door dat regime worden gebruikt om hen te intimideren. Zij kunnen worden lastiggevallen of zelfs vervolgd zodra ze naar hun land van afkomst reizen. Sommige landen schuwen geweld niet.

Het gebeurt ook dat activisten in Nederland al worden aangesproken. Als een activist zijn of haar mening niet bijstelt, oefent het land druk uit door bijvoorbeeld duidelijk te maken dat ook familieleden van een activist daarvan hinder kunnen ondervinden.

Economische veiligheid

  • China was in 2021 de grootste bedreiging voor de economische veiligheid van Nederland. 
  • Onderzoek van de AIVD hielp kennisdiefstal en strategische afhankelijkheden voorkomen.

De AIVD onderzoekt acties van andere landen die een risico kunnen vormen voor de economie van Nederland. In 2021 vroegen overheid, bedrijven en kennisinstellingen daarover vaker advies aan de dienst.

In de samenleving lijkt het bewustzijn gegroeid dat landen die bezig zijn met een economische of technologische wedloop, daarvoor soms kennis en techniek uit Nederland proberen te stelen.

En dat ze achter bedrijfsovernames, fusies en investeringen kunnen zitten die Nederland geen goed doen.

China was in 2021 de grootste bedreiging voor de Nederlandse economische veiligheid. Het land probeert in Nederland aan hoogwaardige kennis en technologie te komen, in het bijzonder aan halfgeleiders. 

Het land heeft een tekort aan hoogwaardige chips en heeft die nodig om de eigen technologiesector verder te laten groeien.

Dat sluit aan bij de openbare meerjarenagenda van het land. Ook landen als Rusland proberen Nederlandse kennis en techniek te stelen.

Het onderzoek van de AIVD richt zich primair op het onderkennen en voorkomen van diefstal van technologie en kennis bij Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen.

Zo was de dienst in 2021 nauw betrokken bij de oprichting van het kennisveiligheidsloket van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW).

Nederland is een aantrekkelijk doelwit voor landen die kennis willen stelen omdat het bij de meest ontwikkelde landen ter wereld hoort op het gebied van economie, wetenschap en techniek.

Onderzoek van de dienst maakt inzichtelijk in welke sectoren landen met actieve spionageprogramma’s interesse hebben. 

Het helpt bijvoorbeeld voorkomen dat andere landen een te grote rol krijgen in de Nederlandse telecominfrastructuur of in de Rotterdamse haven, waardoor Nederland kwetsbaar zou worden voor spionage, sabotage of beïnvloeding. 

Ook de gedeeltelijke afhankelijkheid van Russisch gas maakt Europa en Nederland strategisch kwetsbaar.  

'De economische veiligheid kan in het geding komen door spionage, maar ook door bedrijfsovernames en export – waarbij cruciale kennis verloren kan gaan.'

Onderzoek naar economische veiligheid draagt tot slot bij aan zogeheten verantwoord eindgebruik: dat Nederlandse techniek en kennis niet worden gebruikt voor zaken waar Nederland niet achter staat.

Zo wil Nederland niet dat technologie wordt misbruikt voor militaire doeleinden of repressie.

De economische veiligheid van Nederland kan in het geding komen door illegitieme acties zoals spionage (digitaal of via insiders, zoals buitenlandse werknemers), maar ook door legitieme acties als bedrijfsovernames en export - waarbij cruciale kennis verloren kan gaan.

Komend jaar gaat de AIVD meer onderzoek doen naar economische veiligheid. Dat zal meer zicht geven op dreigingen en hun verschijningsvormen, en meer handelingsperspectief geven aan overheid en bedrijven.

Zodat ongewenste activiteiten van andere landen kunnen worden onderkend en voorkomen.

Jihadistisch terrorisme in internationaal perspectief

  • De machtsovername van de Taliban in Afghanistan heeft nog geen directe gevolgen gehad voor de jihadistisch-terroristische dreiging tegen Nederland. 
  • Voor zowel ISIS als Al Qaida wordt Sub-Sahara-Afrika steeds belangrijker. Beide zoeken daar (ook symbolische) successen en een veilige haven.
  • ISIS en Al Qaida willen nog altijd aanslagen plegen in het Westen. Daarvoor proberen ze nu vooral lokale netwerken te inspireren.

Na het vertrek van de coalitietroepen uit Afghanistan in augustus 2021 heeft de Taliban daar de macht overgenomen. Radicale moslims vieren dat als een historische overwinning op de Verenigde Staten en het Westen.

Maar welk effect het zal hebben op het mondiale jihadisme moet nog blijken.

De Taliban zelf lijkt vooral gericht op het binnenland. Er gaat van de beweging nu geen directe dreiging uit tegen Nederland of andere westerse landen. Bepalend is vooral de vraag hoeveel bewegingsruimte de Taliban zal laten aan ISIS en Al Qaida.

Vergroot afbeelding
Beeld: ©iStockphoto

ISKP - de lokale tak van ISIS - en de Taliban bestrijden elkaar op leven en dood.

Al Qaida en de Afghaanse Taliban daarentegen hebben hechte (soms familie)banden en delen een lange geschiedenis - Osama bin Laden plande de aanslagen van 11 september 2001 vanuit Afghanistan.

Al Qaida zal daarom mogelijk in Afghanistan ruimte zoeken om trainingskampen te vestigen, een internationaal netwerk te herbouwen en dat te bewapenen. 

De Taliban heeft in februari 2020 met de VS afgesproken dat het internationale terroristen niet zou toestaan Afghanistan te gebruiken als uitvalsbasis.

Of de Taliban zich aan die toezegging wil en kan houden, moet blijken.

Voor zowel ISIS als Al Qaida wordt ondertussen Sub-Sahara-Afrika steeds belangrijker, vooral sinds de val van het ISIS-kalifaat in 2019. 

ISIS ondergaat sindsdien een transformatie - van een organisatie die hoofdzakelijk gericht was op een kerngebied in Irak en Syrië naar een organisatie die voor haar internationale aanzien steeds meer moet leunen op de prestaties van haar zogenoemde provincies wereldwijd.

Lokale jihadistische groepen in Afrika en Azië worden daarin steeds belangrijker. Zij hebben als 'provincies van ISIS' of 'affiliates of Al Qaida' trouw gezworen aan het leiderschap van de moederorganisaties.

Hoewel voor zulke groepen de lokale agenda vaak domineert, heeft een aantal in de afgelopen jaren ook buiten de eigen regio aanslagen gepleegd tegen westerse doelwitten. 

'Zowel Al Qaida als ISIS houdt de ambitie aanslagen te plegen in of tegen het Westen.'

Als zulke lokale, aan ISIS en Al Qaida getrouwe, groeperingen plaatselijk succesvol zijn, is dat symbolisch belangrijk voor het beeld van de jihadistische strijd wereldwijd. Ze kunnen ook de moederorganisaties veilige havens verschaffen, vanwaar zij aanslagen tegen het Westen kunnen plannen.

Zowel Al Qaida als ISIS houdt de ambitie aanslagen te plegen in of tegen het Westen. 

Het lijkt momenteel echter twijfelachtig dat ze nu de capaciteit hebben om zelf operatives te sturen.

Ze moeten het daarom hebben van lokale netwerken en personen die ze met hun ideologie kunnen inspireren tot het plegen van aanslagen - daarin is ISIS succesvoller dan Al Qaida.

Lees meer over de jihadistische dreiging in Nederland in het hoofdstuk Nationale Dreigingen.

Meer weten?

Voor meer informatie over deze aandachtsgebieden:

Of ga terug naar de overzichtspagina van het AIVD-jaarverslag 2021.