Nationale dreigingen

De AIVD beschermt Nederland door (ongeziene) dreigingen tegen de nationale veiligheid te onderzoeken. Dit hoofdstuk beschrijft welke nationale dreigingen wij in 2022 hebben onderzocht.

Vergroot afbeelding Foto van een gebalde vuist met daarop met viltstift het woord HATE getekend
Beeld: ©GettyImages
  • De democratische rechtsorde van Nederland stond in 2022 zichtbaar en onzichtbaar onder druk, door een optelsom van dreigingen die wisselwerking hebben op elkaar.
  • De boodschappen en acties van extremisten, landen en criminelen kunnen democratische instituties ondermijnen, en het vertrouwen schaden dat Nederlanders hebben in elkaar. Ook kunnen ze ervoor zorgen dat Nederlanders zich minder zeker en veilig voelen.    
  • De AIVD draagt met onderzoek bij aan een veerkrachtige reactie van overheid, bestuur en maatschappij.

Nederland wordt de afgelopen jaren geconfronteerd met een grote hoeveelheid en diversiteit aan dreigingen. Die variëren van terrorisme en extremisme uit allerlei stromingen en de gevaren van offensieve cyberprogramma's, tot de doorontwikkeling van massavernietigingswapens, spionage, heimelijke beïnvloeding, inmenging, sabotage, het gevaar dat criminaliteit leidt tot aantasting van de democratische rechtsorde, en risico’s voor de economische veiligheid van Nederland.

In 2022 kwam daar de actuele dreiging bij van de Russische inval in Oekraïne, de grootste landoorlog in Europa sinds de Tweede Wereldoorlog. 

Die optelsom van dreigingen raakt de samenleving. Als er veel dreigingen tegelijk zijn, kan een dynamiek ontstaan waarin dreigingen een wisselwerking hebben op elkaar. 

Dreigingen kunnen elkaar dan onbedoeld versterken. Een toename van extremisme aan de ene zijde van het spectrum kan leiden tot een extremistische reactie aan de andere zijde. Zo was de gestegen geweldsdreiging van rechts-extremisme van de recente jaren, deels een reactie op de opkomst van ISIS indertijd. En de verharding bij rechts-extremisme kan mogelijk zorgen voor verharding bij links-extremisten.

Dreigingen kunnen elkaar ook in de hand werken. De oorlog in Oekraïne zorgde ervoor dat gas schaars werd in Europa en dat droeg weer bij aan een situatie die extremistische, anti-institutionele aanjagers na de coronacrisis nieuwe gelegenheid bood complottheorieën te blijven verspreiden over een 'kwaadwaardige elite'. Andersom zijn de AIVD en de MIVD er alert op dat landen als Rusland onrust in Nederland niet aangrijpen om in het geheim tegenstellingen in de samenleving aan te wakkeren.

Het risico bestaat ook dat dreigingen gaan overlappen. In 2022 bleek vooral de democratische rechtsorde van Nederland daarvoor kwetsbaar. De democratische rechtsorde omvat het politieke en juridische systeem van Nederland, de manier waarop overheid en burgers met elkaar omgaan, én de manier waarop burgers met elkaar omgaan. Daarbij horen onder meer grondrechten, vrijheden en de scheiding der machten. 

Rechts-extremisten, links-extremisten en anti-institutionele extremisten hebben dan wel verschillende lezingen over de rol van de overheid – ze zien die respectievelijk als marionet van een 'Joods complot', onderdeel van het 'kapitalistisch, autoritair systeem', of 'een elite die van Nederland een totalitaire staat wil maken'. 

Maar op hun eigen manier en in hun eigen mate verspreiden ze elk de ondermijnende boodschap dat je de overheid en andere democratische instituties niet kunt vertrouwen. Sommige landen, zoals Rusland, buiten soms het wantrouwen tegen democratische instituties uit en dragen bij aan maatschappelijke onrust in het Westen. 

Journalisten, gezagsdragers, juristen, politici en bestuurders zijn afgelopen jaar bovendien het doelwit geweest van zowel extremisten als van georganiseerde misdaad.

Als criminele actoren een dreiging vormen voor de nationale veiligheid, en hun activiteiten leiden tot ondermijning van de democratische rechtsorde, heeft de AIVD de taak daar onderzoek naar te doen. Die conclusie hebben de betrokken ministeries afgelopen jaar getrokken, na een verkennend onderzoek daarnaar een jaar eerder.

De optelsom van ondermijning van de rechtstaat door georganiseerde misdaad, en van extremisme en aangejaagd wantrouwen kan schade aanrichten aan onze manier van samenleven, die lang buiten het zicht kan blijven. 

Een geweldsdaad of publieke bedreiging trekken de aandacht. De indirecte gevolgen daarvan, of de sluipende werking van (genormaliseerd) extreem gedachtegoed en opeengestapeld wantrouwen, doen dat vaak niet. 

Het kan onzichtbaar blijven dat een journalist besluit een item niet te maken, een officier van justitie besluit een onderzoek niet door te zetten, of een wethouder besluit een maatregel niet te nemen, omdat ze de risico's voor hun veiligheid en die van hun naasten niet acceptabel vinden. Als dat lokaal en verspreid over Nederland gebeurt, kan bovendien lang uit zicht blijven hoe groot het probleem daarvan opgeteld is. 

Net zoals het relatief in stilte kan gebeuren dat ouders hun kinderen van school halen of houden omdat ze het onderwijs zijn gaan zien als een verlengstuk van een systeem dat niet het beste met ze zou voorhebben. Of dat mensen niet meedoen aan verkiezingen omdat ze de politiek fundamenteel wantrouwen.

De ondermijnende acties of boodschappen (van extremisten, landen of criminelen) schaden niet alleen het goed functioneren van instituties. Ze kunnen er ook aan bijdragen dat het vertrouwen afbrokkelt dat Nederlanders hebben in elkaar. Dat schaadt dan de mate waarin Nederlanders in staat zijn samen te leven met onderlinge verschillen en uiteenlopende opvattingen. 

Omdat schade aan de democratische rechtsorde moeilijk te meten is, moeten daarover geen overhaaste conclusies worden getrokken. Maar de dreiging ertegen uit allerlei hoeken, maakt in ieder geval duidelijk dat de democratische rechtsorde kwetsbaar is en nooit als een gegeven kan worden beschouwd. Dat extremisme en criminele ondermijning van de democratische rechtsorde sluimerend hun werk kunnen doen. En dat het inzet vraagt om de veerkracht van de democratische rechtsorde te versterken.

De AIVD speelt daarin een rol. Inlichtingen helpen bij het scheiden van intenties, schijn en feiten. Ze maken duidelijk in welke context dreigingen bestaan - óf ze werkelijk zo bestaan als het lijkt - en wie er (heimelijk) achter kan zitten. Zoveel mogelijk stellen ze overheden, politie, openbaar ministerie of andere organisaties in staat op te treden. 

Voor het goed functioneren van de democratische rechtsorde zijn behalve een weerbare overheid ook weerbare burgers nodig. De AIVD draagt ook op diverse manieren bij aan weerbaardere samenleving. De hoofdstukken Weerbaarheid vraagt een integrale aanpak en Samenwerking maakt Nederland veiliger geven daarvan een actuele stand van zaken.

'De grootste geweldsdreiging gaat uit van een relatief nieuwe generatie rechts-extremisten, bestaande uit (jonge) mannen die internationaal online met elkaar in contact staan.'

Rechts-terrorisme

  • De AIVD heeft in 2022 een aantal keren een mogelijke rechts-terroristische dreiging (helpen) voorkomen. 
  • De grootste rechts-terroristische dreiging gaat uit van een nieuwe generatie rechts-extremisten, die vooral online met elkaar in contact staat. 
  • Binnen de hedendaagse rechts-extremistische bewegingen staat antisemitisme centraal.

De dreiging van rechts-terrorisme in Nederland is in 2022 niet verminderd. In de loop van het jaar heeft de AIVD een aantal keer een mogelijke rechts-terroristische dreiging voorkomen door die actief te verstoren. Ook bracht de dienst over het onderwerp vijf ambtsberichten uit aan het Openbaar Ministerie.

De politie arresteerde (onder andere daarop) een aantal mensen op verdenking van activiteiten die aan rechts-terrorisme zijn gelinkt. Bovendien heeft de AIVD meerdere keren collega-diensten in het buitenland op de hoogte gebracht van (mogelijke) dreigingen, zodat zij actie konden ondernemen. 

Ontwikkelingen in het buitenland versterken het dreigingsbeeld. Rechts-terroristen pleegden aanslagen in Slowakije (Bratislava) en de Verenigde Staten (Buffalo). En in België en Duitsland arresteerde de politie meerdere rechts-extremisten die een wapenarsenaal hadden aangelegd.  

De groep waarvan de grootste rechts-terroristische geweldsdreiging uitgaat is een relatief nieuwe generatie rechts-extremisten, bestaand uit (jonge) mannen, die internationaal online met elkaar in contact staan, in wisselende chatgroepen, kanalen en platforms. Daar praten ze terroristisch geweld goed en verheerlijken dat.

De grootste en de meest dominante inspiratiebron voor recht-terroristisch geweld is het 'accelerationisme'. Zo genoemd omdat aanhangers een in hun ogen aanstaande rassenstrijd sneller op gang willen brengen. Geweld is daarvoor in hun ogen een goed middel. Van die rassenstrijd verwachten ze een maatschappelijke omwenteling in hun voordeel. 

Hoewel de Nederlandse beweging steeds van samenstelling verandert - er komen online profielen bij, en online profielen verdwijnen weer - lijkt de omvang nog steeds uit enkele honderden aanhangers te bestaan. Vergelijkbaar met vorig jaar. Het is lastig te voorspellen welke aanhangers daadwerkelijk terroristisch geweld (willen) gaan gebruiken. 

Binnen het hedendaagse rechts-extremisme staat vooral antisemitisme centraal. Rechts-extremisten grijpen soms maatschappelijke veranderingen aan om hun ideologie verder uit te dragen. Zo framen ze demografische veranderingen als een complot van ‘de Joodse elite’ om bewust het witte ras te verzwakken. 

Hun omvolkingscomplotheorie stelt dat die zogenaamde elite daaraan zou werken door middel van 'omvolking', vermenging of vervanging van 'het witte ras'. Hét instrument daarvoor zou het stimuleren zijn van massa-immigratie, vooral uit islamitische en Afrikaanse landen. Immigranten die in hun ogen gemiddeld meer kinderen zouden krijgen, en een lager IQ zouden hebben. Als dat de witte bevolking voldoende verzwakt of verdund zou hebben, zou 'de Joodse elite' die vervolgens makkelijker onder de duim kunnen krijgen.

Sommige rechts-extremistische groepen verwijten linkse partijen, feministen en de LHBTIQ+-gemeenschap dat zij aan die gepercipieerde ontwikkeling bijdragen - de  laatste twee, omdat ze voor minder 'blank nageslacht' zouden zorgen. 

Onlosmakelijk verbonden aan de dreiging die in 2022 uitging van het accelerationisme in het bijzonder en van de rechts-extremistische beweging in het algemeen, is dat het gedachtegoed vooral online wordt gedeeld, gepropageerd en besproken. Kenmerkend daaraan is in de eerste plaats dat soms moeilijk onderscheid valt te maken tussen de verschillende groepen, groepjes en eenlingen die door elkaar bewegen. 

Dezelfde profielen kunnen actief zijn in accelerationistische chatgroepen, neo-nazistische kanalen, in groepen die zich als alt-right identificeren (een verzamelnaam, vanaf 2016 uit de VS overgewaaid, voor een nieuwe generatie witte nationalisten die 'het blanke ras zuiver willen houden' - het is geen coherente groep met eensluidende ideeën), en etnonationalistische groepen (groepen die het witte ras de basis vinden voor de nationale identiteit van een land en niet bijvoorbeeld gedeelde waarden of cultuur). 

In kanalen die geen terroristische aanslagen lijken voor te staan, kan toch sympathie worden uitgesproken voor de daders, en kan haat en geweld worden genormaliseerd. Hoewel slechts een kleine groep rechts-extremisten voor terroristisch geweld  lijkt te zijn, is online het onderscheid tussen voorstanders en tegenstanders van geweld niet altijd duidelijk. In het rechts-extremistische online milieu is de cultuur zo fundamenteel tegendraads, en zijn provocatie en morbide humor zo gewoon, dat het niet vanzelf spreekt wie aanhanger, sympathisant of trol is. 

Een tweede kenmerk van het online landschap is hoe boodschappen er worden verpakt en verspreid. Zelden op een manier die voor de argeloze (jonge) kijker of volger herkenbaar rechts-extremistisch is. Maar vaak verpakt als 'humor' in plaatjes en memes, die haatdragend zijn tegen één groep in het bijzonder. Bijvoorbeeld: 

  • LHBTIQ+;
  • feministen;
  • linkse activisten;
  • niet-westerse immigranten;
  • moslims;
  • joden;
  • of politici. 

Zulke plaatjes en memes worden verspreid buiten de eigen kanalen, onder meer in online games, en zijn vaak gericht op jongeren en op een breder publiek. 

De AIVD ziet de tendens dat gewelddadige propaganda soms al voor volgers zorgt om het geweld alleen. Sommige jonge kijkers zijn vooral gefascineerd door het gebruik van wapens en geweld. De rechts-extremistische ideologie en de haat jegens andere bevolkingsgroepen gaat in een aantal gevallen pas later een rol spelen in het radicaliseringsproces. 

'Als de rechts-extremistische beweging substantieel zou worden, kan dat het voorbestaan van de democratische rechtsorde in gevaar brengen.'

Rechts-extremisme

  • Niet-gewelddadige rechts-extremistische groepen kunnen de democratische rechtsorde van Nederland in gevaar brengen. 
  • Hun gedachtegoed kan leiden tot radicalisering en staat haaks op de manier waarop Nederland is ingericht. 
  • Extremistische aanjagers proberen volop mee te liften op maatschappelijke discussies.

Om de democratische rechtsorde te beschermen, onderzoekt de AIVD ook rechts-extremistische groepen die geen terroristische aanslagen voorstaan. Omdat hun gedachtegoed haaks staat op de ideeën die het fundament zijn van de democratische rechtsorde. Als hun beweging substantieel zou worden in omvang of invloed kan dat op termijn het voortbestaan van de democratische rechtsorde in Nederland in gevaar brengen.

Ook kunnen niet-gewelddadige extremistische groepen een voedingsbodem leggen voor radicalisering, door hoe ze aanhangers sociaal en ideologisch vormen. Individuele aanhangers kunnen uiteindelijk de boodschap van terroristisch-georiënteerde bewegingen omarmen. 

De rechts-extremistische beweging in Nederland is divers, en bestaat uit:

  • een kleine groep neonazi's;
  • groepen die vooral anti-islam zijn;
  • zogeheten identitaire groepen (die zeggen te streven naar 'het behoud van de nationale identiteit' van ieder land, binnen duidelijke nationale grenzen);
  • en volks- en etnonationalisten. 

Wat de groepen ondanks hun verschillen delen, is de omvolkingscomplottheorie. Er zijn dan ook (jongere) aanjagers die hopen dat ze rond dat idee in Europa meer samenwerking op gang kunnen brengen tussen de verschillende rechts-extremistische stromingen, en dat ze zo een grote (internationale) beweging kunnen bouwen. 

Technische mogelijkheden en de gedeelde taal en cultuur online maken dat makkelijker dan in het verleden. Toch lukt het vormen van een grote beweging tot nu toe niet zo. Culturele en ideologische verschillen staan dat in de weg.

De grootste dreiging die van niet-gewelddadige rechts-extremistische groepen uitgaat, is dat ze weten te bereiken dat hun extreme ideeën, complotdenken en (verkapt) antisemitisme door veel mensen worden geaccepteerd.

Rechts-extremistische aanjagers proberen dan ook volop mee te liften op maatschappelijke onderwerpen. Ze gebruiken bijvoorbeeld de politieke discussie over hoeveel migratie wenselijk is, om (online) elementen van de omvolkingscomplottheorie te propageren.

Anti-institutioneel extremisme

  • Het centrale narratief van anti-institutionele extremisten vormt een ernstige langetermijndreiging tegen Nederland. Die conclusie trok de AIVD in 2022.
  • Kenmerkend is de boodschap dat in Nederland een kwaadaardige elite aan de macht is, die ‘de vijand’ is van de Nederlandse bevolking. 
  • Die boodschap blijft na corona nieuw leven in geblazen worden, en lijkt momenteel het populairste extremistische narratief in Nederland.

Het gedachtegoed dat Nederland wordt geregeerd door een kleine, kwaadaardige elite die de bevolking wil onderdrukken, tot slaaf maken en zelfs vermoorden, vormt een ernstige dreiging voor de democratische rechtsorde van Nederland. Het is een dreiging voor de lange termijn, omdat het erop lijkt dat die feitelijk onjuiste boodschap breed zal blijven worden verspreid en steeds nieuw leven wordt ingeblazen.

Die conclusie heeft de AIVD in 2022 getrokken na nader onderzoek naar het effect dat groeiend wantrouwen, op basis van extremistisch anti-institutioneel gedachtegoed, kan hebben op de nationale veiligheid. 

Omdat de beweging vijandig is tegen allerlei instituties die belangrijk zijn voor de democratische rechtsorde – ministers, Kamerleden, journalisten, wetenschappers, politie en rechters - spreekt de AIVD sinds 2022 van 'anti-institutioneel extremisme'. Voorheen gebruikte de dienst de term 'anti-overheidsextremisme'. Ondanks dat corona als thema minder belangrijk is geworden, is de omvang van de beweging waarschijnlijk gegroeid.

De AIVD typeert het centrale gedachtegoed van de anti-institutionele beweging nu als een 'democratie-ondermijnend narratief': een boodschap (of boodschappen) die de democratische rechtsorde bedreigen, hetzij omdat dat precies het doel ervan is, hetzij omdat dat het effect ervan is - en soms beide. De dienst onderzoekt ook andere (extremistische of terroristische) narratieven.

Kenmerkend voor het narratief van anti-institutionele extremisten is het idee dat in Nederland een kwaadaardige elite aan de macht is, die de controle heeft over onder meer overheid, rechtspraak, media en wetenschap.

Die elite zou streven naar een totalitaire controlestaat, en daartoe Nederlanders onderdrukken, tot slaaf maken, en zelfs vermoorden. De elite zou gebeurtenissen en fenomenen verzinnen die als voorwendsel dienen voor steeds verdergaande controle, zoals de coronapandemie, de stikstofcrisis en de oorlog in Oekraïne. 

De aanhangers van het narratief zeggen dan ook in bezet gebied te leven, en in oorlog te zijn met de elite. Personen die deel uitmaken van de elite moeten worden gearresteerd, berecht in tribunalen en volgens sommigen ter dood worden gebracht. 

De AIVD schat in dat dit narratief over een ‘kwaadaardige elite’ op dit moment het populairste extremistische narratief is. Het precieze aantal is niet met zekerheid vast te stellen, maar de AIVD schat dat waarschijnlijk meer dan honderdduizend personen er in meer of mindere mate geloven.  

Het narratief vormt om twee redenen een ernstige dreiging. In de eerste plaats bestaat het risico dat mensen op basis ervan geweld gaan goedpraten en zelf radicaliseren tot geweld. Dat risico werd ook in januari 2022 zichtbaar. Toen werd een man opgepakt voor het bedreigen van een bewindspersoon. In 2021 werd al een man opgepakt voor het beramen van een moordaanslag op de premier. 

Aanjagers van het narratief zetten tot nu toe niet expliciet aan tot gewelddadig, extremistisch handelen. Over het algemeen roepen zij juist op tot geweldloos verzet, en tot nu toe is het aantal gewelddadige uitwassen beperkt. Maar ze leveren wel het frame dat er een 'elite' is die de vijand is, waarmee aanhangers in 'oorlog' zijn. Door de woordkeuze van sommige aanjagers ontstaat er bewust ambiguïteit die bij aanhangers tot gewelddadig handelen kan leiden. 

In de tweede plaats kan het blijven verspreiden van onjuiste vijandige boodschappen, zorgen voor zoveel wantrouwen tegen (de legitimiteit van) ministers, Kamerleden, rechters, politieagenten, journalisten en wetenschappers, dat zij in hun werken worden belemmerd. Zulke ondermijning van democratische instituties, samen met breed verspreid wantrouwen en het afhaken van burgers, kan de democratische rechtsorde in zijn voortbestaan bedreigen. 

Anti-institutionele extremisten willen overigens niet zozeer af van de democratie, de overheid, rechters, politie, media en wetenschap op zichzelf. Ze willen af van hoe die instituties nu zijn ingevuld. Tot die tijd streven sommige aanhangers naar hun eigen, parallelle rechtsorde en samenleving. Onder meer met een eigen schaduwregering en eigen geld. 

De AIVD ziet dat aanjagers een eigen draai geven aan gebeurtenissen in het nieuws, en zo het narratief blijven herhalen. Aanvankelijk richtten ze zich vooral op de coronamaatregelen. Nadat dat meeste daarvan waren afgeschaft, daalde het aantal aanhangers tijdelijk.

Inmiddels komen de klimaatcrisis, stikstof en de oorlog in Oekraïne meer aan bod, en winnen de aanjagers weer aanhang. Omdat zij hun narratief blijven verbinden aan nieuwe en belangrijke maatschappelijke thema's, verwacht de AIVD dat de dreiging ervan op de lange termijn zal blijven.

'Insurrectionele netwerken hebben in het afgelopen decennium in diverse Europese landen bomaanslagen, brandstichtingen en bankovervallen gepleegd.'

Links-extremisme

  • De linkse actiescene in Nederland groeide. 
  • De aanwezigheid van een insurrectioneel netwerk, en de internationalisering die de beweging doormaakt, kunnen mogelijk leiden tot radicalisering.  
  • Steeds meer extremistische groepen gaan zich bezig houden met het thema klimaat.

De afgelopen jaren groeide de linkse actiescene in Nederland. Ook in 2022 zette die door. De aanwas kwam vooral van jonge mensen uit grote steden, die belangstelling hebben voor anarchistische en marxistische ideeën.

Veel van hen zijn vrouwen. Dat heeft ook te maken met de aandacht voor het feminisme binnen de anarchistische beweging. Terwijl bij veel rechts-extremisten blanke masculiniteit een belangrijk thema is, houdt een deel van de linkse actiescene zich bezig met de strijd tegen wat ze het patriarchaat noemen - (de positie van) de witte man.

De groei zorgde in 2022 niet voor meer extremistische activiteiten, en acties zijn de afgelopen jaren in de regel niet gewelddadig. De AIVD doet daarnaar alleen onderzoek als er sprake is van extremisme. Níet bij activisme, omdat daarbij geen ondemocratische doelen worden nagestreefd of ondemocratische methodes worden gebruikt. 

Maar er kan radicalisering plaatsvinden, bijvoorbeeld onder invloed van ideologie die haaks staat op de democratische rechtsorde, en door extremistische kopstukken. Enkele ontwikkelingen van afgelopen jaar kunnen mogelijk leiden tot zulke radicalisering, en maken het lastiger te voorspellen hoe groepen en personen uit de scene zich zullen gedragen. 

Zo wordt de scene in Nederland internationaler. Dat is relevant voor de dreiging, omdat de actiescene in andere landen vaak radicaler is, en links-extremisten er vaker geweld gebruiken. Radicalere buitenlandse activisten en groepen, of door hen geïnspireerde Nederlanders, kunnen zich afkeren van de protestcultuur in Nederland omdat ze die te gematigd vinden. Het risico bestaat dan dat ze vooral nog gelijkgestemden opzoeken, onder meer in online bubbels. Onder zulke omstandigheden kunnen mensen sneller radicaliseren. 

Ook kan de aanwezigheid van een zogeheten insurrectioneel netwerk een rol gaan spelen. (Hooguit) enkele tientallen zogeheten insurrectionele anarchisten zijn nu actief in de anarchistische beweging in Nederland. Het gaat om een substroming van het anarchisme, waarbij de nadruk ligt op continue 'opstand' door middel van ondergrondse, militante, illegale en soms gewelddadige acties.

Aanhangers ervan in het buitenland hebben een aanmerkelijk hogere geweldsbereidheid laten zien. Insurrectionele netwerken hebben in het afgelopen decennium in diverse Europese landen bomaanslagen, brandstichtingen en bankovervallen gepleegd.

De anarchistische scene in Nederland houdt zich zowel bezig met langlopende campagnes (neem de huidige Abolish Frontexcampagne, gericht tegen vreemdelingenbeleid), als met actuele thema's die leven in de samenleving. Thema's waarop de actievoerders zich nu proberen te profileren zijn onder meer de opkomst van rechts-extremisme, wonen, en wat zij zien als politiegeweld. Het is voorstelbaar dat zij op die thema's op termijn extremistisch kunnen optreden.

Dat kan ook gebeuren rond het thema klimaat. Dat werd afgelopen jaar een belangrijker onderwerp voor anarchisten. Ze zien dat in de context van hun strijd tegen 'het kapitalistische autoritaire systeem'.

Klimaatacties van links-activistische groepen in Nederland staan in een traditie van burgerlijk ongehoorzame, maar geweldloze actie waarmee de activisten de politieke agenda willen beïnvloeden. De AIVD heeft geen aanwijzingen dat deze groepen radicaliseren. 

Maar anarchisten zijn een stuk radicaler dan zulke groepen. Zij zetten zich af tegen de meest prominente activistische klimaatbeweging Extinction Rebellion. Bovendien wordt klimaat ook een onderwerp voor anti-institutioneel extremisten (de 'klimaathoax' illustreert voor hen de kwalijke rol die 'de elite' zou spelen) en in mindere mate voor rechts-extremisten.

Dat kan leiden tot polarisatie, waarbij de verschillende groepen de confrontatie met elkaar kunnen zoeken.

Jihadistisch terrorisme

  • De AIVD acht de dreiging van door ISIS aangestuurde aanslagen hoger dan de afgelopen paar jaar. 
  • Ondertussen is de dreiging vanuit de jihadistische beweging in Nederland grotendeels gelijk gebleven. 

Het mondiaal jihadisme vormt nog altijd de belangrijkste terroristische dreiging tegen Nederland. De beweging bestaat uit bekende terroristische organisaties als Al Qaida en ISIS en aan hen gelieerde groepen, netwerken en individuele aanhangers over de hele wereld, waaronder in Nederland.

ISIS, en ook nog steeds Al Qaida, spelen zo'n belangrijke rol in de dreiging, omdat ze zich inspannen om lokale aanhangers van jihadisme te inspireren of op te roepen om geweld te gebruiken. Bovendien hebben ze de ambitie zelf grote en complexe aanslagen in het Westen te organiseren of aan te sturen.  

Vooral in de tweede helft van 2022 zag de AIVD een toename van inlichtingen over aanslagplannen en mogelijke operatives van ISIS. Daarom acht de AIVD de dreiging van door ISIS aangestuurde aanslagen in Europa hoger dan in 2021. Die dreiging komt vooral van netwerken die worden aangestuurd door ISIS-structuren in Afghanistan, en in mindere mate Syrië.

ISIS is in 2022 wel onder druk gezet. Onder meer door de anti-ISIS-coalitie, door het verlies van de kalief in Syrië (twee keer) en de strijd met de Taliban in Afghanistan. Toch slaagt de organisatie erin structuren in stand te houden en nieuwe op te zetten om operaties te kunnen uitvoeren in het Westen. De AIVD werkt nauw samen met collega-diensten om de verhoogde aanslagdreiging van ISIS het hoofd te bieden.

De AIVD acht het twijfelachtig dat Al Qaida de capaciteit heeft opgebouwd om operatives met aanslagplannen naar Europa te sturen. Ook de dreiging voor Europa van affiliates van Al Qaida lijkt beperkt. Groepen als Al Shabaab in Somalië en Jama'at Nasr al-Islam wal Muslimin (JNIM) in de Sahel hebben wel sporadisch regionale successen, maar ze lijken zich vooral op regionale conflicten te richten.

Al Qaida lijkt nog geen munt te hebben kunnen slaan uit de machtsovername van de Taliban in Afghanistan. En maanden na de dood van hun leider Zawahiri (door een Amerikaanse drone) heeft de organisatie nog niets gecommuniceerd over een vervanger. 

Terwijl de dreiging van door ISIS aangestuurde aanslagen recent toeneemt, was 2022 was ook het jaar met de minste jihadistische aanslagen in Europa sinds 2011. Al sinds 2017 daalt het aantal door jihadisten uitgevoerde aanslagen in Europa. Ook lijkt de beweging in Nederland licht gekrompen. De AIVD rekent nu zo'n vijfhonderd personen tot de jihadistische beweging in Nederland en ruim honderd volwassen Nederlanders in het buitenland (de meesten van hen in Syrië en Turkije).  

Bovendien is de beweging is nog altijd uiteengevallen in losse groepen en eenlingen die verschillend denken over bepalende kwesties. Die verschillen zijn in 2022 niet overbrugd door charismatische leiders of een gezamenlijke zaak, of een mobiliserende kwestie zoals een (nieuw) buitenlands strijdgebied.

Hoewel dat goede ontwikkelingen zijn, is de dreiging die van de Nederlandse beweging uitgaat nog altijd vergelijkbaar met voorgaande jaren. Zo gaat de overgrote meerderheid van meldingen en leads die de AIVD krijgt, nog altijd over (mogelijk) jihadisme.

En dat de afgelopen jaren in Europa vrijwel geen aanslagen zijn uitgevoerd in groepsverband komt mede doordat inlichtingen- en veiligheidsdiensten die tijdig wisten te onderzoeken en verijdelen. In Europa zijn diverse door ISIS geïnspireerde jihadisten de afgelopen jaren dan ook strafrechtelijk vervolgd voor het treffen van voorbereidingshandelingen. Ook in Nederland, zoals beschreven in voorgaande jaarverslagen van de AIVD.

Aanslagen die in groepsverband worden voorbereid, kunnen vaak grotere schade aanrichten dan aanslagen door alleen handelende terroristen. Maar vanwege de noodzakelijke onderlinge communicatie, hebben veiligheidsdiensten meer mogelijkheden signalen ervan op te vangen. 

De mate van activiteit, verbondenheid en mobilisatie van de beweging als geheel, zegt niet altijd iets over de geweldsdreiging van individuele (groepjes) jihadisten. Vooral niet naarmate de beweging meer versnipperd raakt. Sinds 2018 zijn vrijwel alle jihadistische aanslagen in Europa juist gepleegd door alleenhandelende daders. 

Illustratief voor die nog altijd reële dreiging is de aanhouding van een 20-jarige Syriër in Nederland, afgelopen december. Zijn aanhouding volgde na een ambtsbericht van de AIVD. De man wordt verdacht van het voorbereiden van een terroristisch misdrijf.

De zaak onderstreept de fragmentatie van de Nederlandse beweging en de onvoorspelbaarheid van de dreiging. Juist enkelingen kunnen de stap naar geweld ineens zetten, als de situatie dat in hun ogen nodig maakt. 

Zoals aangekondigd in het jaarverslag over 2021 onderzocht de AIVD ook welke dreiging uitgaat van jihadisten die naar Nederland terugkeren uit conflictgebieden in Syrië en Irak, en de dreiging die uitgaat van veroordeelde jihadisten die in detentie zitten op de terroristenafdeling van de Dienst Justitiële Inrichtingen. De AIVD heeft van beide groepen niet waargenomen dat ze in 2022 een significante, dreigingsverhogende impact hadden op de beweging in Nederland.

Daarbij past wel een voorbehoud. De AIVD blijft onderzoek doen naar jihadisten die terugkeren in de samenleving, vanwege hun vaak hogere dreigingsprofiel. Andere Europese landen blijven daar ook alert op. 

De druk die de jihadistische beweging ervaart van terrorismebestrijding lijkt de beweging weliswaar te verzwakken, tegelijk vergroot het binnen de beweging het bewustzijn van hoe inlichtingen- en veiligheidsdiensten en de (rest van de) strafrechtketen werken. Dat kan ertoe leiden dat activiteiten van jihadisten minder zichtbaar worden. 

Ook heeft het jihadisme in Nederland eerder periodes van relatieve rust gehad. In het bijzonder tussen 2008 en 2012. De opkomst van ISIS en de strijd in Syrië en Irak zorgde daarna voor een heropleving van de beweging.

'Hoewel de wahhabi-salafistische groep in Nederland relatief klein is, kunnen leden onevenredig veel invloed uitoefenen op de islamitische gemeenschap.'

Radicale islam

  • De dreiging vanuit het zogeheten wahhabi-salafisme voor de democratische rechtsorde in Nederland is afgenomen.
  • De meeste wahhabi-salafisten in Nederland wijzen het gebruik van geweld af. Een deel van deze groep vaart een praktischer en meer verdraagzame koers. 
  • Wahhabi-salafistische vorming is geen vanzelfsprekende route naar verdere radicalisering.

De AIVD deed ook het afgelopen jaar onderzoek naar aanjagers van het wahhabi-salafisme. Deze fundamentalistische stroming van de islam heeft ideeën die haaks staan op de democratische rechtsorde. Hoewel de groep in Nederland relatief klein is, kunnen de leden onevenredig veel invloed uitoefenen op de islamitische gemeenschap in Nederland. 

Aanjagers van het wahhabi-salafisme streven ernaar om de geloofsleer en -praktijk van moslims zoveel mogelijk te 'zuiveren' van volgens hen ongeoorloofde invloeden. Onderdeel van de leer is afkeer hebben van andersdenkende moslims en ongelovigen, wat ook afkeer van de Nederlandse samenleving als geheel kan betekenen. Daarbij wijzen ze soms ook de grondwet, overheid, politie, rechters en andere democratische instituties af.

Als een groep met deze denkbeelden een grote aanhang en invloed weet te krijgen, kan deze een gevaar vormen voor het voortbestaan van onze democratische rechtsorde. 

De AIVD signaleerde de afgelopen jaren twee ontwikkelingen binnen de Nederlandse wahhabi-salafistische gemeenschap die relevant zijn voor de dreiging. Ten eerste: de meeste wahhabi-salafistische aanjagers wijzen (het geweld van) het jihadisme actief af. De wahhabi-salafistische leer en vorming kan – vanwege de theologische overeenkomsten - nog steeds gezien worden als een voedingsbodem voor radicalisering richting jihadisme, maar dit is zeker niet vanzelfsprekend of de enige route.   

Ten tweede: een deel van de wahhabi-salafisten lijkt zich de afgelopen jaren meer pragmatisch en verdraagzaam op te stellen. Dit is bijvoorbeeld terug te zien in het minder afkeren of haten van andersdenkenden, meer maatschappelijke participatie en het toestaan of zelfs aanmoedigen van het uitbrengen van je stem tijdens verkiezingen. 

Het naleven van de zuivere islam in een westers land als Nederland leidt tot verschillende praktische vraagstukken. Die gaan met name over hoe wahhabi-salafisten zich dienen op te stellen binnen de Nederlandse samenleving. Het is onvermijdelijk dat zij in contact komen met de in hun ogen zondige buitenwereld.

Voormannen pleiten steeds vaker voor het afwegen van de voor- en nadelen van bepaalde strikte wahhabi-salafistische leefregels. Zij staan soms uitzonderingen toe om de toegankelijkheid en praktiseerbaarheid van hun geloof in de Nederlandse maatschappij te vergroten. 

Deze ontwikkeling komt ook voort uit de sterke behoefte om hun boodschap te verspreiden onder andersdenkende moslims en geïnteresseerde niet-moslims. Doordat deze pragmatische koers toegankelijker is, en beter na te leven, bereiken ze een grote doelgroep. Dit zijn vaak jongeren.

De AIVD schat in dat door deze veranderingen de dreiging voor de democratische rechtsorde vermindert. Of deze ontwikkeling zich voortzet moet blijken. Een deel van de aanjagers blijft namelijk wel vasthouden aan een strikte, onverdraagzame en antidemocratische uitleg van de wahhabi-salafistische leer. En ook zij proberen hun achterban en doelgroep te bereiken, te vormen en op te voeden, bijvoorbeeld via het informeel onderwijs.

Informeel wahhabi-salafistisch onderwijs

Informeel wahhabi-salafistisch onderwijs wordt buiten reguliere schooluren gegeven. Dit gebeurt soms in moskeeën, maar vaker in gebouwen die hier specifiek voor bedoeld zijn.

De AIVD onderkent ongeveer vijftig wahhabi-salafistische informele lesinstituten die waarschijnlijk een boodschap onderwijzen die op gespannen voet staat met de democratische rechtsorde. 

Hier krijgen naar schatting jaarlijks enkele duizenden - soms al heel jonge - leerlingen les. Landelijk gezien is dit een zeer kleine minderheid van alle islamitische centra in Nederland waar informeel onderwijs wordt gegeven. 

In welke mate de onderwijsboodschap van deze lesinstituten ondermijnend is voor de democratische rechtsorde, is niet eenvoudig te bepalen. In het algemeen geldt dat de minst extremistische onderwijsboodschap een groter publiek bereikt: enkele honderden leerlingen per informeel lesinstituut. De meest extremistische boodschap bereikt er slechts enkele tientallen per instituut.

Buitenlandse financiering en inmenging

De financiering van de bovengenoemde informele wahhabi-salafistische onderwijscentra komt grotendeels uit de eigen achterban. Islamitische organisaties in Nederland vragen incidenteel financiering aan in de Golfregio. Bijvoorbeeld voor een nieuw islamitisch centrum of voor de professionalisering van het informele lesaanbod.

Dat blijkt uit AIVD-onderzoek naar buitenlandse financiering en ongewenste inmenging. De hoogte van de bedragen varieert van enkele tonnen tot enkele miljoenen euro's. 

Soms stellen de donors voorwaarden. Van de ontvanger van donaties uit de Golfregio kan bijvoorbeeld worden verwacht dat deze de verspreiding van het wahhabi-salafisme stimuleert, dat het land van de donerende partij gepromoot wordt of dat de ontvanger verregaand toezicht door de donerende partij accepteert. 

Met name wahhabi-salafistische organisaties lijken financiering aan te vragen bij gelijkgestemde organisaties in de Golfregio. Hiermee zouden zij een financieel voordeel kunnen hebben ten opzichte van andere islamitische organisaties in Nederland, waardoor het bereik van wahhabi-salafistische organisaties kan worden vergroot.

Op basis van het onderzoek in 2022 heeft de AIVD de indruk dat financiering uit de Golfregio een beperkte landelijke impact heeft.

Meer informatie

Voor meer informatie over deze aandachtsgebieden:

Of ga terug naar de overzichtspagina van het jaarverslag 2022.